27 178
Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met de invoering van een rijksprojectenprocedure (rijksprojectenprocedure)

nr. 23
AMENDEMENT VAN HET LID SPIES

Ontvangen 11 september 2002

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, artikel 39a, eerste lid, wordt na de zinsnede «een planologische kernbeslissing of» ingevoegd: in geval van maatschappelijk dringende redenen.

Toelichting

Door conform de 2de nota van wijziging het criterium van maatschappelijk dringende redenen toe te voegen, wordt voorkomen dat de deur te ver wordt open gezet voor allerlei afzonderlijke projectbesluiten die het ruimtelijk beleid teveel zouden kunnen gaan domineren. Indien er geen maatschappelijke urgentie is voor toepassing van de Rijksprojectenprocedure, dient de normale weg van bijvoorbeeld wijziging van een planologische kernbeslissing (PKB) te worden bewandeld. Dit komt de rechtszekerheid voor burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties ten goede, en geeft tevens andere overheden het nodige houvast wat betreft het van Rijkswege gevoerde ruimtelijk beleid. In het kader van de integrale herziening van de WRO kan een meer fundamentele discussie gevoerd worden over de mate waarin het ruimtelijk beleid via besluiten over afzonderlijke projecten gestalte dient te krijgen. Daarbij kan dan ook in bredere zin gekeken worden naar de werking van de diverse ruimtelijke procedures en planfiguren, waaronder de PKB.

Spies

Naar boven