27 178
Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met de invoering van een rijksprojectenprocedure (rijksprojectenprocedure)

nr. 14
AMENDEMENT VAN DE LEDEN DEPLA EN RAVESTEIN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 91

Ontvangen 26 februari 2002

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel B, artikel 39a, eerste lid, laatste volzin, komt te luiden:

Indien de grondslag wordt gevonden in de wet of een planologische kernbeslissing wordt daarbij aangegeven welke minister optreedt als projectminister. Indien de grondslag is gelegen in een besluit van de ministerraad treedt Onze minister op als projectminister tenzij bij dat besluit uitdrukkelijk een andere minister wordt aangewezen.

II

Artikel I, onderdeel B, artikel 39a, derde lid, eerste volzin, komt te luiden:

Een besluit van de ministerraad als bedoeld in het eerste lid, geeft een aanduiding van de betekenis en het belang van het betrokken project en bevat een globale beschrijving van de te verwachten gevolgen van het project voor het nationaal ruimtelijk beleid. Het besluit wordt toegezonden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Toelichting

Als project dat onder rijksprojectenprocedure wordt gebracht niet in een PKB of in een wet is opgenomen vraagt dit extra waarborgen voor een goede ruimtelijke inbedding. Dit wordt op pagina 34 van de memorie ook onderkend. De concrete vertaling in de wet blijft echter achterwege. Via dit amendement zou dit wel geregeld worden.

Depla

Ravestein


XNoot
1

Vervanging in verband met wijziging in de ondertekening.

Naar boven