27 178
Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in verband met de invoering van een rijksprojectenprocedure (rijksprojectenprocedure)

nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID POPPE

Ontvangen 8 januari 2002

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt de begripsomschrijving «Onze projectminister» vervangen door:

Onze projectminister: Onze Minister dan wel Onze minister die overeenkomstig artikel 39a, eerste lid, als zodanig is aangewezen;.

II

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 39a als volgt gewijzigd:

A. In het eerste lid, eerste volzin, wordt «Bij de wet, in een planologische kernbeslissing of in een besluit van de ministerraad» vervangen door: In een planologische kernbeslissing.

B. In het eerste lid wordt de tweede volzin vervangen door: In dat geval treedt Onze Minister op als projectminister, tenzij in de planologische kernbeslissing anders is bepaald.

C. Het tweede lid vervalt.

D. Het derde lid vervalt.

E. Het vierde lid vervalt.

III

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 39b, aanhef, «De ministerraad dan wel Onze projectminister» vervangen door: Onze projectminister.

IV

In artikel I, onderdeel B, vervalt in artikel 39e «de ministerraad of».

V

Artikel III vervalt.

Toelichting

Het amendement schrapt de mogelijkheid om bij (sectorale) wetgeving of door een besluit van de ministerraad de rijksprojectenprocedure van toepassing te verklaren op een project.

Een dergelijk besluit dient gebaseerd te zijn op een integrale ruimtelijke afweging. De pkb is het enige wettelijke afwegingskader dat aan dit criterium voldoet. Ingevolge het amendement is dan ook de minister van VROM projectminister, tenzij in de pkb expliciet anders is bepaald.

Poppe

Naar boven