27 172
Opneming in de Wet toezicht effectenverkeer 1995 van bepalingen betreffende openbare biedingen op effecten

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 1 december 2000

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 1, tweede lid, onderdeel p, het woord «voorbereidt» vervangen door: voorbereid.

B

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 6a, tweede en derde lid, de zinsnede «bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door: bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

C

Artikel I, onderdeel B, artikel 6a, vijfde lid, komt te luiden:

5. Onze Minister, kan, op verzoek, bepalen dat de bieder, de instelling te wier laste de effecten, bedoeld in het eerste lid, zijn uitgegeven of de bestuurders, commissarissen of andere functionarissen als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet conflictenrecht corporaties van deze bieder en deze instelling, niet behoeven te voldoen aan alle in het tweede of derde lid bedoelde regels, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet volledig kan worden voldaan en dat de doeleinden die deze wet beoogt te bereiken anderszins voldoende zijn bereikt. Onze Minister kan een besluit als bedoeld in de vorige zin wijzigen of intrekken indien naar zijn oordeel de omstandigheden waaronder het besluit is genomen zodanig zijn gewijzigd dat het besluit in strijd is met het belang van een adequate functionering van de effectenmarkten of de positie van de belegger op de markten.

D

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 6b het woord «eigenaar» vervangen door: rechthebbende.

E

Artikel I, onderdeel B, artikel 6c, eerste lid, komt te luiden:

1. Onze Minister kan vrijstelling of, op verzoek, ontheffing verlenen van artikel 6a, eerste en derde lid, en artikel 6b.

F

Artikel I, onderdeel I, komt te luiden:

Onderdeel I

In artikel 42 wordt de zinsnede «bij instellingen te wier laste effecten zijn uitgegeven die zijn toegelaten tot de notering aan een op grond van artikel 22 erkende effectenbeurs, bij effecteninstellingen» vervangen door: bij instellingen te wier laste effecten zijn uitgegeven die zijn toegelaten tot de notering aan een op grond van artikel 22 erkende effectenbeurs, bij bieders, bij aanvragers van een ontheffing als bedoeld in artikel 6a, vijfde lid, of artikel 6c, eerste lid, bij effecteninstellingen.

G

Artikel I, onderdeel K, komt te luiden:

Onderdeel K

In artikel 48b, eerste lid, wordt de zinsnede «6, tweede lid, 7, eerste, derde, vierde en zevende lid» vervangen door: 6, tweede lid, 6a, eerste en derde lid, 6b, 6c, tweede lid, 7, eerste, derde, vierde en zevende lid.

H

Artikel I, onderdeel L, komt te luiden:

Onderdeel L

In artikel 48c, eerste lid, wordt de zinsnede «6, tweede lid, 7, eerste, derde en zevende lid» vervangen door: 6, tweede lid, 6a, eerste en derde lid, 6b, 6c, tweede lid, 7, eerste, derde, vierde en zevende lid.

I

Artikel II komt te luiden:

ARTIKEL II

In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet toezicht effectenverkeer 1995 na «6, tweede lid,» ingevoegd: 6a, eerste en derde lid, 6b, 6c, tweede lid.

J

Artikel III komt te luiden:

ARTIKEL III

1. Artikel 6a, eerste en derde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 zijn gedurende zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet niet van toepassing op gedragingen terzake van een openbaar bod dat is aangekondigd voorafgaand aan dat tijdstip.

2. Artikel 6a, eerste en derde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 zijn niet van toepassing op gedragingen terzake van een openbaar bod dat is aangekondigd voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet en dat is uitgebracht binnen zes maanden na dat tijdstip.

3. Artikel 6a, vierde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 is niet van toepassing op een algemene maatregel van bestuur die op dezelfde datum als deze wet in het Staatsblad wordt geplaatst.

Toelichting

Onderdeel A

In artikel 1, tweede lid, onderdeel p, was een typefout geslopen. Bij deze nota van wijziging wordt deze typefout hersteld.

Onderdeel B

Met de toevoeging «of krachtens» in artikel 6a, tweede en derde lid, wordt in de wet de mogelijkheid voorzien om de toezichthoudende autoriteit nadere regels te laten stellen ten aanzien van het biedingsbericht, de bieder, de uitgevende instelling, bestuurders, commissarissen en andere functionarissen. In de concept-wijziging van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 dat op 11 oktober aan de Tweede Kamer werd aangeboden is van deze mogelijkheid gebruik gemaakt door te bepalen dat de toezichthouder regels kan stellen ten aanzien van de betaling en levering van effecten bij een openbaar bod.

Onderdeel C

De tekst van artikel 6a, vijfde lid, bevatte enkele redactionele fouten. Deze worden bij deze nota van wijziging hersteld. De gewijzigde tekst maakt onder meer beter zichtbaar dat de strekking van dit artikellid is dat elk van de genoemde partijen individueel ontheffing kan aanvragen.

Onderdeel D

Gebleken is dat het beter is te spreken van een rechthebbende op effecten, dan van een eigenaar van effecten. Het wetsvoorstel wordt dienovereenkomstig aangepast.

Onderdeel E

In artikel 6c was abusievelijk opgenomen dat vrijstelling of ontheffing verleend kan worden van artikel 6a, eerste tot en met derde lid. Vrijstelling of ontheffing kan echter alleen verleend worden van artikel 6a eerste en derde lid. Dit wordt bij deze nota van wijziging verbeterd.

Tevens wordt in de mogelijkheid voorzien van artikel 6b vrijstelling of ontheffing te verlenen. De tekst van het wetsvoorstel wordt op dit punt in overeenstemming gebracht met de memorie van toelichting.

Onderdeel F

In artikel I, onderdeel I van het wetsvoorstel werd in de nieuw voorgestelde tekst voor artikel 42 van de Wte 1995 abusievelijk verwezen naar artikel 6c, tweede lid, waar dit artikel 6c, eerste lid moet zijn. Voorts was verzuimd een verwijzing naar de aanvragers van een ontheffing zoals bedoeld in artikel 6a, vijfde lid, op te nemen. Deze punten worden bij deze nota van wijziging hersteld.

Onderdelen G, H en I

In artikel I, onderdelen K en L van het wetsvoorstel werd in de nieuw voorgestelde teksten voor artikel 48c respectievelijk 48d van de Wte 1995 abusievelijk verwezen naar artikel 6a, eerste tot en met derde lid, waar dit artikel 6a, eerste en derde lid moet zijn. Dit wordt bij deze nota van wijziging hersteld. Artikel II van het wetsvoorstel wordt in overeenkomstige zin aangepast.

Onderdeel J

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is verwoord dat openbare biedingen die zijn aangekondigd voorafgaand aan het tijdstip dat de nieuwe wettelijke regeling van kracht wordt niet onder de wettelijke regeling vallen. Hoofdstuk I van de SER Fusiecode blijft op deze biedingen van toepassing. Indien echter zes maanden na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel nog geen bod is uitgebracht, zal de wettelijke regeling wel van toepassing worden, voor zover het gedragingen betreft die na die zes maanden plaatsvinden. Deze systematiek kwam in de tekst van het wetsvoorstel echter onvoldoende duidelijk naar voren. Door toevoeging van een nieuw tweede lid aan Artikel III wordt verhelderd dat bij het tijdig uitbrengen van een reeds aangekondigd bod, te weten binnen 6 maanden na inwerkingtreding van het wetsvoorstel, de wettelijke regeling niet van toepassing is.

Voorts wordt door toevoeging van een derde lid aan Artikel III de wijziging van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 die gelijktijdig met deze wet in het Staatsblad wordt geplaatst uitgezonderd van de in artikel 6a, vierde lid, opgenomen voorhangprocedure. De Kamers kunnen gedurende de behandeling van dit wetsvoorstel kennis nemen van het concept voor de desbetreffende algemene maatregel van bestuur. Het formeel voorhangen van dit besluit na de inwerkingtreding van deze wet heeft in het licht daarvan geen toegevoegde waarde.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven