27 157
Vuurwerkramp Enschede

30 251
Verificatie dossier vuurwerkramp Enschede

nr. 66
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2007

Hierbij deel ik u mede dat ik heb besloten verschillende stukken die betrekking hebben op het Rijksrecherche onderzoek dat in 2004 is gedaan naar het Tolteam – geanonimiseerd – openbaar te maken. Met de openbaarmaking wordt gevolg gegeven aan twee uitspraken van de rechtbank te Almelo d.d. 10 januari 2007 naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Uw kamer is bij brieven van 27 oktober 2004 (27 157, nr. 59) en 31 januari 2005 (27 157, nrs. 61 en 62) en per separate vertrouwelijke brief van 31 januari 2005 (27 157, nr. 61) door mijn ambtsvoorganger over de resultaten van het onderzoek geïnformeerd.

Ook heeft op verzoek van de vaste commissie voor Justitie een verificatie plaatsgevonden door een deskundige van de zijde van de toenmalige Minister van Justitie verkregen vertrouwelijke stukken over het onderzoek naar vermeende onregelmatigheden in de strafrechtelijke afwikkeling van de Vuurwerkramp te Enschede, met als doel vast te stellen of een eigenstandig politiek oordeel mogelijk is op basis van de informatie, die de toenmalige Minister van Justitie aan de Tweede Kamer heeft verstrekt. Over de resultaten hiervan bent u bij brief van het presidium d.d. 8 februari 2006 (30 251, nr. 2) geïnformeerd.

Mijn ambtsvoorganger besloot eerder de stukken niet aan uw Kamer te verstrekken (zie beantwoording vragen d.d. 11 februari 2005, Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2004–2005, nummer 1062 van het lid Vos). Nu de stukken openbaar gemaakt worden op basis van genoemde rechterlijke uitspraken, bestaat thans geen belemmering meer u de stukken te doen toekomen. Hierbij treft u de stukken alsnog aan1.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven