27 157
Vuurwerkramp Enschede

27 575
Café-brand in Volendam

nr. 58
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2003

Hierbij bied ik u het antwoord aan op de vraag van lid De Wit (SP) die is gesteld tijdens het Algemeen Overleg van de vaste commissie voor BZK met de minister van BZK op 26 juni jl. over de voortgang Vuurwerkramp Enschede en Cafébrand Volendam. Deze vraag is opgenomen in het verslag van het Algemeen Overleg dat is vastgesteld op 22 juli 2003 (TK 2002–2003, 27 157 en 27 575, nr. 56).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Vraag:

Wanneer ontvangt de Kamer de resultaten van de evaluatie van de toereikendheid van de Prevab-methode?.

De brandveiligheid bij de vergunningverlening, controle & handhaving wordt getoetst aan de hand van de bouwregelgeving. Het toetsingskader is vastgelegd in Woningwet en Bouwbesluit (beide nationaal) en in de lokale bouwverordening. Het PREVentie-Activiteiten Plan (PREVAP) biedt in aanvulling op de relevante regelgeving slechts handvatten voor een verstandige inzet van menskracht en middelen voor de uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van brandveiligheid. Het hanteren van PREVAP is daarom niet van invloed op de wijze waarop naar een vergunningaanvraag of een te controleren object wordt gekeken. Wel kan op grond van PREVAP, bijvoorbeeld vanwege een relatief gunstig risicoprofiel, een bepaalde categorie gebouwen/functies pas laat ingepland zijn voor controle en/of handhaving. De gevaarlijkste situaties kunnen dan met voorrang worden behandeld.

Tot op heden is er geen noodzaak geweest PREVAP te evalueren.

Naar boven