27 117
Wijziging van enige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de problematiek van vermissing van personen

nr. 9
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 oktober 2001

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A. Na artikel I wordt een artikel Ia ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Indien het bij koninklijke boodschap van 20 juni 2001 ingediende voorstel van wet houdende aanpassing van de wetgeving aan de herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg (27 824), tot wet wordt verheven en in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 413, derde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek «gevorderd» vervangen door: verzocht.

B. Artikel V komt te luiden:

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Toelichting

Deze nota van wijziging bevat een tweetal wijzigingen van technische aard.

In onderdeel A wordt het nieuwe derde lid van artikel 413 Boek 1 BW in overeenstemming gebracht met de terminologie zoals deze zal worden gebezigd na de inwerkingtreding van de herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg (worden gevorderd door het openbaar ministerie wordt ook hier: worden verzocht door het openbaar ministerie).

Gelet op het inwerkingtredingsregime van artikel 12 van de Tijdelijke referendumwet is een inwerkingtreding overeenkomstig artikel V niet meer mogelijk. De bepaling wordt in verband hiermee aangepast (zie onderdeel B).

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven