nr. 9
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A. Na artikel I wordt een artikel Ia ingevoegd,
luidende:
ARTIKEL IA
Indien het bij koninklijke boodschap van 20 juni 2001 ingediende voorstel
van wet houdende aanpassing van de wetgeving aan de herziening van het procesrecht
voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste
aanleg (27 824), tot wet wordt verheven en in werking treedt of is getreden,
wordt in artikel 413, derde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek «gevorderd»
vervangen door: verzocht.
B. Artikel V komt te luiden:
ARTIKEL V
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Toelichting
Deze nota van wijziging bevat een tweetal wijzigingen van technische aard.
In onderdeel A wordt het nieuwe derde lid van artikel 413 Boek 1 BW in
overeenstemming gebracht met de terminologie zoals deze zal worden gebezigd
na de inwerkingtreding van de herziening van het procesrecht voor burgerlijke
zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg (worden gevorderd door het openbaar ministerie wordt ook hier:
worden verzocht door het openbaar ministerie).
Gelet op het inwerkingtredingsregime van artikel 12 van de Tijdelijke
referendumwet is een inwerkingtreding overeenkomstig artikel V niet meer mogelijk.
De bepaling wordt in verband hiermee aangepast (zie onderdeel B).
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals