27 088
Kabel en consument: marktwerking en digitalisering

nr. 47
BRIEF MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 november 2005

Hierbij doe ik u de reactie van de Europese Commissie op de ontwerpbesluiten van OPTA met betrekking tot de eindgebruikerskabelmarkt toekomen1. De Europese Commissie heeft ernstige twijfels over de verenigbaarheid van het ontwerpbesluit met het Europese recht. De Europese Commissie overweegt dan ook op basis van artikel 7, vierde lid, van de Kaderrichtlijn, van OPTA te verlangen dat zij het ontwerpbesluit intrekt. Gebeurt dit dan zullen er in de eindgebruikerskabelmarkt met betrekking tot het transport van programma’s geen sectorspecifieke regels gelden2.

Alvorens op deze bezwaren in te gaan en een eerste reactie hierop te geven schets ik u eerst de procedure voor de verdere gang van zaken.

Formele verloop procedure

Voor een goed begrip van de ontstane situatie merk ik op dat het standpunt van de Europese Commissie als primaire gevolg heeft dat OPTA de komende twee maanden haar ontwerpbesluit niet mag vaststellen. Dit geeft enige tijd voor nader contact tussen de OPTA en de Europese Commissie. De twee maandentermijn is overigens voor de Europese Commissie een maximum termijn. Formeel gezien is het niet uitgesloten dat de Commissie binnen een kortere termijn tot een eindoordeel komt.

Handhaaft de Commissie haar bezwaren dan kan zij binnen de twee maandentermijn besluiten een veto uit te spreken. Alvorens daar toe over te gaan is de Commissie op grond van artikel 7, vierde lid, van de Kaderrichtlijn gehouden het Comité voor de communicatie (COCOM) om advies te vragen. In de COCOM zijn alle lidstaten, en dus ook Nederland, vertegenwoordigd. De COCOM heeft een adviserende rol. De adviezen zijn overigens niet bindend.

Bezwaren Commissie en eerste reactie

In de kern komen de bezwaren van de Europese Commissie er op neer dat zij de problemen op de eindgebruikerskabelmarkt niet van zodanige aard vindt dat ex ante regulering nodig is. Er zijn, zo valt uit de reactie van de Europese Commissie op te maken, op de kabelmarkt zoveel positieve ontwikkelingen waarneembaar dat volstaan kan worden met de toepassing van het algemene mededingingsrecht. De Europese Commissie komt tot deze conclusie op grond van bepaalde verwachtingen omtrent ontwikkelingen in de markt die zij vervolgens heeft beoordeeld aan de hand van drie in het kader van de Aanbeveling relevante markten ontwikkelde criteria.

Ik betreur deze reactie van de Europese Commissie. Het betekent in ieder geval vertraging bij het door OPTA aan de betreffende kabelbedrijven daadwerkelijk opleggen van de door u en mij ondersteunde verplichtingen. Ik meen daarbij dat zowel bij de economische analyse van de Europese Commissie, als bij de juridische toepasselijkheid van de criteria kritische kanttekeningen zijn te plaatsen. Zo lijkt het beeld dat de Europese Commissie heeft van de snelheid waarmee alternatieven voor kabeltelevisie (zoals Digitenne en ADSL2) zich in de nabije toekomst kunnen gaan ontwikkelen, minder realistisch.

Op dit moment vindt nader overleg plaats met OPTA en NMa over een reactie aan de Commissie. Ik zal, met behoud van ieders eigen verantwoordelijkheid, samen met OPTA en NMa, ervoor zorgen dat de Europese Commissie een juist beeld heeft van de Nederlandse kabelmarkt en dat de besluitvorming plaatsvindt binnen de grenzen zoals die in de richtlijnen zijn vastgelegd. Hiertoe zal in eerste instantie OPTA de inhoudelijke discussie met de Europese Commissie voeren. Ik zal de eerder genoemde kanttekeningen ten aanzien van het standpunt van de Europese Commissie zo spoedig mogelijk in een brief aan de Europese Commissie verder uitwerken. Ik zal niet aarzelen zonodig direct in overleg te treden met de verantwoordelijke Commissarissen. Met deze acties en de door OPTA aan te leveren aanvullende informatie hoop ik dat de twijfels van de Europese Commissie over de noodzaak van de door OPTA op te leggen verplichtingen kunnen worden weggenomen.

Ik zal u vanzelfsprekend op de hoogte te houden van de verdere ontwikkelingen in dit proces.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

De ontwerpbesluiten van OPTA met betrekking tot de grootverbruikerskabelmarkt hebben – voorzover zij reeds door de Europese Commissie zijn beoordeeld – niet tot opmerkingen van de Europese Commissie geleid. Dit betekent ondermeer dat de grote drie aanbieders in Nederland (Casema, UPC, Essent) tegen kostengeoriënteerde tarieven toegang moeten bieden ten behoeve van het transport van programma’s.

Naar boven