27 085
Wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (implementatie biociden richtlijn)

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2001

Naar aanleiding van het op 25 september jl. ingediende amendement van de leden Van Ardenne-van der Hoeven, Udo en Feenstra ter zake van de wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (BMW) welke strekt tot implementatie van de biociden richtlijn (27 085), bericht ik u mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer als volgt.

Tijdens de behandeling van eerdergenoemd wijzigingsvoorstel van de BMW heeft de Minister van VROM de bij hem en mij levende twijfels over de juridische houdbaarheid van het amendement uitgesproken. Er zou sprake kunnen zijn van een amendement dat strijdig is met de biociden richtlijn (98/8/EG). Tevens is aan de orde geweest deze mogelijke strijdigheid te laten toetsen. Ter toetsing van deze mogelijke strijdigheid zullen de Minister van VROM en ik het amendement aan de Raad van State voorleggen. Over de uitkomst zullen wij u zo spoedig mogelijk informeren. Ik verzoek u derhalve de stemming over het wetsvoorstel aan te houden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Naar boven