A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN
TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD
In het wetsvoorstel:
Onderdeel I, onder C, artikel 84, derde lid, luidde:
3. Bij overeenkomst kan een van het eerste en tweede lid afwijkende regeling
worden getroffen.
Onderdeel I, onder F, artikel 119, tweede lid, luidde:
2. De goedkeuring wordt geweigerd, indien gevaar voor benadeling van schuldeisers
bestaat, of indien een of meer voorwaarden strijden met dwingende wetsbepalingen,
de goede zeden of de openbare orde.
Aan artikel II is een nieuw eerste lid toegevoegd, onder vernummering
van het oorspronkelijke eerste en tweede lid, tot tweede en derde lid, dat
luidt:
1. Regelingen in huwelijkse voorwaarden met betrekking tot de kosten van
de huishouding als bedoeld in artikel 84, die vóór het tijdstip
van inwerkingtreding van deze wet zijn gemaakt, kunnen na het tijdstip van
inwerkingtreding van deze wet bij schriftelijke overeenkomst worden gewijzigd
of ingetrokken.
In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel:
In de artikelsgewijze toelichting was bij artikel 84 in plaats van de
huidige laatste vier volzinnen opgenomen:
Deze overeenkomst is vormvrij.
In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 119 luidde de achtste alinea:
Om deze redenen wordt voorgesteld om deze bepaling te herformuleren: goedkeuring
mag geweigerd worden indien gevaar voor benadeling van schuldeisers bestaat
of indien een of meer voorwaarden strijden met dwingende wetsbepalingen, de
goede zeden of de openbare orde.
Aan de negende alinea van deze artikelsgewijze toelichting is toegevoegd
de zin:
Door toevoeging van het woord «slechts» in het nieuwe tweede
lid wordt tot uitdrukking gebracht dat de opsomming van weigeringsgronden
een limitatieve is.
Aan deze artikelsgewijze toelichting is een nieuwe laatste alinea toegevoegd,
die luidt:
De goedkeuring kan geheel of gedeeltelijk geweigerd worden. Vaak zal de
onderlinge samenhang van de bepaling in huwelijkse voorwaarden zo groot zijn
dat het niet goed mogelijk is om goedkeuring aan één bepaling
te onthouden en voor het overige wel goedkeuring te verlenen. Niettemin kan
zich de situatie wel voordoen dat de goedkeuring slechts aan een deel van
de huwelijkse voorwaarden wordt onthouden. Dat heeft tot effect dat dat deel
van de huwelijkse voorwaarden niet kan worden gehandhaafd.
Aan punt 6 van de toelichting (overgangsbepalingen) is aan de vijfde alinea
(over artikel 84) toegevoegd:
Wel is het nodig een voorziening te treffen voor het geval dat echtgenoten
een bij huwelijkse voorwaarden getroffen regeling willen wijzigen. Uit artikel
115 vloeit voort dat een dergelijke wijziging bij huwelijkse voorwaarden zou
moeten geschieden. Het nieuwe artikel 84, derde lid, bepaalt echter dat dit
ook kan bij schriftelijke overeenkomst. Om duidelijkheid op dit punt te scheppen
is in het eerste lid van artikel II bepaald dat na de inwerkingtreding van
deze wet een wijziging of intrekking van een bij huwelijkse voorwaarden opgenomen
regeling omtrent de huishoudelijke kosten bij schriftelijke overeenkomst kan
geschieden. Uit deze regeling vloeit voort dat, als in na inwerkingtreding
van deze wet gemaakte huwelijkse voorwaarden een regeling omtrent de huishoudkosten
is opgenomen, deze regeling bij huwelijkse voorwaarden gewijzigd
zal moeten worden.