27 062 Alleenstaande minderjarige asielzoekers

Nr. 95 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2014

In deze brief presenteer ik u het nieuwe opvangmodel voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Amv’s vormen een kwetsbare groep binnen het vreemdelingenbeleid. Kleinschaligheid komt in het nieuwe model voorop te staan waarmee invulling wordt gegeven aan het belang van het kind. Bij de geboden opvang wordt daarnaast onderscheid gemaakt naar leeftijd en perspectief. Het nieuwe opvangmodel voldoet hiermee (naar mijn mening) aan de intentie van de moties van de leden Voortman (GroenLinks), Sjoerdsma (D66) en van het lid Maij (PvdA) waarin wordt verzocht om amv’s meer kleinschalig op te vangen en (meer) amv’s in opvanggezinnen te plaatsen.1 Ik ben met de indieners van de moties van mening dat kleinschalige opvang voor deze doelgroep wenselijker is dan grootschalige opvang.

Het opvangmodel is in gezamenlijkheid ontwikkeld door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) in samenwerking met Stichting Nidos. Deze organisaties zijn verantwoordelijk voor de opvang en begeleiding van amv’s in Nederland. Stichting Nidos is tevens de wettelijk voogd van amv’s in Nederland. Hieronder zal ik u aangeven hoe het model is vormgegeven en wat de belangrijkste wijzigingen zijn ten opzichte van het huidige model. Vervolgens ga ik in op de financiële consequenties van het opvangmodel en ik sluit af met een conclusie.

Het nieuwe opvangmodel

Amv’s tot en met 14 jaar worden in het nieuwe model opgevangen in opvanggezinnen onder verantwoordelijkheid van Nidos. Op dit moment ligt die leeftijd op 12 jaar. De amv’s van 15 jaar en ouder, en amv’s jonger dan 15 die niet geplaatst kunnen worden in een opvanggezin, worden in het nieuwe model door het COA opgevangen in bij elkaar gelegen kleinschalige woonvoorzieningen.

Deze bestaan samen uit maximaal 16 tot 20 bedden. In de woonvoorzieningen is 24 uurs-begeleiding aanwezig, tenzij jongeren in de woonvoorziening minder begeleiding nodig hebben. De campussen vervallen als amv-opvangmodaliteit in het nieuwe opvangmodel.

De huidige twee vormen van kleinschalige opvang – waarin het begeleidingsniveau verschillend is afhankelijk van de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de amv’s – worden dus vervangen door een vorm van kleinschalige opvang van het COA.

De periode in de procesopvanglocatie (POL-amv) wordt aanzienlijk verkort omdat de indicatie voor vervolgopvang, die nu enkele weken in beslag neemt, niet langer nodig is. De tijd in de POL-amv wordt daarmee verkort tot de periode die de rust-en voorbereidingstermijn (rvt) en algemene asielprocedure (aa) in beslag nemen.

Naast kleinschaligheid is een uitgangspunt van het nieuwe model om amv’s zo veel mogelijk in dezelfde omgeving of regio te laten blijven als zij van de ene naar de andere opvangvoorziening gaan. Dit heeft verschillende voordelen. De amv’s kunnen hierdoor bijvoorbeeld hun sociale contacten behouden en de continuïteit van bijvoorbeeld zorg en onderwijs kan zoveel mogelijk geborgd worden. Amv’s die bij hun aanmelding 17,5 jaar of ouder zijn, worden in kleinschalige woonvoorzieningen op een asielzoekerscentrum (azc) opgevangen zodat zij bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar in het azc kunnen instromen als zij nog recht hebben op opvang en er zo een goede aansluiting is op het vervolgtraject.

In de begeleiding van amv’s wordt rekening gehouden met hun perspectief: integratie als er een vergunning is verleend of terugkeer als de aanvraag is afgewezen. In het nieuwe model worden amv’s in de COA-opvang die een verblijfsvergunning hebben gekregen door Nidos in gezinsverband geplaatst om vanuit deze context aan hun inburgering te kunnen werken. Als er geen opvanggezin beschikbaar is voor een amv met verblijfsvergunning, vangt Nidos hen in kleinschalige woonvoorzieningen op. De amv’s die in Nederland mogen blijven, verblijven dus niet langer in de opvang bij amv’s in procedure of voor wie de aanvraag is afgewezen. Hiermee beoog ik meer duidelijkheid en eenduidigheid te creëren over het toekomstperspectief van amv’s voor hen zelf en hun omgeving.

De medewerkers van COA, Nidos en de opvanggezinnen adviseren en ondersteunen amv’s die geen verblijfsvergunning hebben gekregen bij de terugkeer naar het land van herkomst of een derde land. Hierbij geldt nog steeds de voorwaarde dat er sprake moet zijn van adequate opvang voor de amv. Het nieuwe opvangmodel beoogt geen wijzigingen in de toelatingsprocedures van de amv’s.

Ook in het nieuwe opvangmodel houden we zoveel mogelijk rekening met de individuele omstandigheden van de amv. Als dit nodig is, wordt er maatwerk geboden.

De beschermde opvang voor (potentiële) slachtoffers van mensenhandel wordt in de bestaande vorm voortgezet.2

Motie Maij

Het Kamerlid Maij vraagt in haar motie om een pilot waarin alle amv’s na hun aanmelding worden geplaatst in een opvanggezin. Voor deze vorm heb ik niet gekozen. Een dergelijke pilot is praktisch niet uitvoerbaar omdat alle grootschalige en kleinschalige opvangvoorzieningen voor amv’s van het COA dan gedurende de pilot niet zouden worden gebruikt. De campussen kunnen weliswaar nog worden gebruikt voor opvang van volwassen asielzoekers en asielzoekersgezinnen maar dit geldt niet voor de kleinschalige opvang. De kleinschalige opvang zou dan ofwel leeg staan ofwel worden opgeheven waarbij ook de contracten met de contractpartners moeten worden opgeschort of beëindigd. Als de pilot niet zou slagen dan moet dit allemaal opnieuw worden ingericht. Zoals gezegd hebben de experts op het gebied van opvang en amv’s, COA en Nidos, het model gezamenlijk ontworpen en nu dit tegemoet komt aan de intentie zoals beschreven in de motie van het Kamerlid Maij, meen ik dat een pilot zoals voorgesteld wordt ook niet nodig is.

Financiële paragraaf

Het nieuwe amv-opvangmodel heeft tot gevolg dat de grootschalige opvang in de amv-campus wordt afgeschaft. Daarnaast neemt het aantal amv’s dat in opvanggezinnen van Nidos wordt geplaatst toe. Van de verschillende amv-opvangmodaliteiten zijn dit de twee goedkoopste vormen. Daarnaast neemt de periode in de procesopvanglocatie af, wat tot minder kosten leidt. Tegelijkertijd worden er meer amv’s opgevangen in wooneenheden/groepen van Nidos en de kleinschalige opvang van het COA. Dit resulteert in meerkosten van € 0,9 mln. Deze uitgaven worden opgevangen binnen de V&J begroting.

Tenslotte

Ik meen dat ik met het nieuwe amv-opvangmodel een kwalitatief goede opvang kan bieden met oog voor het belang van het kind en waarin voldoende recht wordt gedaan aan de individuele behoeften van amv’s.

Zoals ik had aangekondigd, heb ik de uitkomst van het rapport van de Inspectie Jeugdzorg over opvang-en woongezinnen van Nidos betrokken. Mijn reactie op dat rapport heeft u op 12 september 2014 ontvangen.

De belangrijkste reden waarom de Inspectie tot het eindoordeel «matig» komt, is omdat er naar het oordeel van de Inspectie op de functies screening, matching en toezicht verbeteringen noodzakelijk zijn. De Inspectie noemt in het rapport concrete verbeterpunten. Met deze punten zijn zowel het ministerie als Nidos inmiddels aan de slag.

Naast de verbeterpunten constateert de Inspectie ook veel sterke punten in de uitvoering van de opvang van kinderen door Nidos in opvang- en woongezinnen. De door Nidos gevolgde werkwijze maakt dat kinderen veilig opgroeien in de opvanggezinnen. Daar waar zorgen zijn, worden deze tijdig gesignaleerd en opgepakt. Ik heb dan ook vertrouwen in de voortzetting van de opvang in opvanggezinnen door Nidos, die in het nieuwe amv-opvangmodel een prominente plaats heeft.

Het model treedt op 1 januari 2016 in werking en onderzocht wordt of onderdelen al eerder kunnen worden ingevoerd. Het model wordt na een jaar geëvalueerd.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nrs. 1635 en 1641.

X Noot
2

Over de toezeggingen die ik over de beschermde opvang heb gedaan tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer inzake Kinderhandel d.d. 15 januari 2014 zal ik u nog informeren.

Naar boven