nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet voorzieningen gehandicapten in verband met een aanpassing van de
definitie van het begrip woonvoorziening.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
29 maart 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, in verband met een gebleken
onvolkomenheid in de definitie van het begrip woonvoorziening, wenselijk is
de Wet voorzieningen gehandicapten aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 1, eerste lid, van de Wet voorzieningen gehandicapten wordt als
volgt gewijzigd:
A
Onderdeel c komt te luiden:
c. woonvoorziening: elke voorziening die verband houdt met een maatregel
die gericht is op het opheffen of verminderen van beperkingen die een gehandicapte
bij het normale gebruik van zijn woonruimte ondervindt, met dien
verstande dat bij ingrepen van bouwkundige of woontechnische aard in of aan
de woonruimte slechts dan een voorziening als woonvoorziening wordt aangemerkt
indien de voorziening:
1. gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische beperkingen;
of
2. een uitraasruimte betreft.
B
Aan het slot van onderdeel d wordt de punt vervangen door een puntkomma,
waarna een nieuw onderdeel wordt toegevoegd, luidende:
e. uitraasruimte: een verblijfsruimte waarin een gehandicapte die vanwege
een gedragsstoornis ernstig ontremd gedrag vertoont zich kan afzonderen of
tot rust kan komen.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 april 2000. Indien het Staatsblad
waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven na 30 maart 2000, treedt
zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad
waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 april 2000.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,