nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen in
verband met het in artikel 90 van die wet opnemen van de mogelijkheid om bij
algemene maatregel van bestuur met terugwerkende kracht tot en met 1 januari
1998 een andere bestemming te bepalen voor de gehele of gedeeltelijke opbrengst
van de heffing van premies ingevolge de Werkloosheidswet over uitkeringen
van overheidswerknemers en gewezen overheidswerknemers op grond van de Wet
op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
28 maart 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in artikel
90 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen met terugwerkende
kracht tot en met 1 januari 1998 de mogelijkheid op te nemen om bij algemene
maatregel van bestuur tijdelijk een andere dan in genoemde bepaling geregelde
bestemming te bepalen van de gehele of gedeeltelijke opbrengst van de heffing
van premies ingevolge de Werkloosheidswet over uitkeringen van
overheidswerknemers en gewezen overheidswerknemers op grond van de Wet op
de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Aan artikel 90 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen
wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Bij algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in overeenstemming met Onze
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan worden bepaald dat het totaal
van de in een kalenderjaar verschuldigde premie, bedoeld in het tweede lid,
onderdeel a, dat na aftrek van de in het tweede lid, onderdeel a, onder 1°
en 2°, bedoelde bedragen resteert, in afwijking van het eerste lid geheel
of gedeeltelijk kan worden gebruikt voor de bekostiging van uitgaven in verband
met het onder de werkingssfeer van de Werkloosheidswet en de Ziektewet brengen
van het overheidspersoneel. In deze algemene maatregel van bestuur kan worden
bepaald dat bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
nadere regels kunnen worden gesteld met betrekking tot de in de eerste volzin
bedoelde bekostiging.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1
januari 1998.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,