nr. 3
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
de regeling van de inwerkingtreding van het Besluit huisvesting Vleeskuikenouderdieren.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
Tavarnelle
22 juli 2000
Beatrix
nr. 4
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de Tweede Kamer der Staten-Generaal
overeenkomstig artikel 110, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet
voor dieren de wens te kennen heeft gegeven dat de inwerkingtreding van het
Besluit huisvesting vleeskuikenouderdieren bij wet wordt geregeld;
Zo is het, dat Wij de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Besluit huisvesting vleeskuikenouderdieren treedt in werking op het
tijdstip waarop deze wet in werking treedt.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,