nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
regeling van het conflictenrecht met betrekking tot verevening pensioenrechten
bij scheiding.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
21 maart 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een wettelijke
regeling te geven van het conflictenrecht met betrekking tot de verevening
van pensioenrechten bij echtscheiding, scheiding van tafel en bed, dan wel
beëindiging van het geregistreerd partnerschap anders dan door de dood
of vermissing;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze;
ARTIKEL I
De Wet conflictenrecht huwelijksvermogensregime wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a
Of een echtgenoot bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed recht
heeft op een gedeelte van de door de andere echtgenoot opgebouwde pensioenrechten,
wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime
van de echtgenoten, behoudens artikel 1, zevende lid, van de Wet verevening
pensioenrechten bij scheiding.
ARTIKEL II
De Wet verevening pensioenrechten bij scheiding wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het zevende en achtste lid tot achtste en negende
lid wordt een zevende lid ingevoegd, luidende:
7. Het vierde, vijfde en zesde lid gelden ongeacht het recht dat van toepassing
is op het huwelijksvermogensregime van de echtgenoten.
2. Het nieuwe achtste lid komt te luiden:
8. Indien op het huwelijksvermogensregime van de echtgenoten Nederlands
recht van toepassing is, is de wet voorts van toepassing op pensioenen ingevolge
een buitenlandse pensioenregeling die niet is een pensioenregeling als bedoeld
in het vierde, vijfde of zesde lid met dien verstande dat een recht op uitbetaling
als bedoeld in artikel 2 slechts bestaat jegens de andere echtgenoot.
ARTIKEL III
1. Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede
kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt
geplaatst.
2. Deze wet is van toepassing op de verevening van pensioenrechten van
echtgenoten wier echtscheiding of scheiding van tafel en bed op of na de datum
van inwerkingtreding wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke
stand.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,