nr. 10
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID RABBAE TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 8
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel A een (nieuw) onderdeel opgenomen, luidende:
AA
Artikel 252 komt te luiden:
Artikel 252
Een man die een minderjarig kind erkent, oefent van rechtswege gezamenlijk
met de moeder het gezag uit over dit kind vanaf het tijdstip van de erkenning,
tenzij op dat tijdstip het gezag door de moeder gezamenlijk met een ander
wordt uitgeoefend.
II
In artikel I worden na onderdeel C drie (nieuwe) onderdelen opgenomen,
luidende:
CC
In artikel 253g, vijfde lid, onder a, vervalt «, eerste lid,
CCa
In artikel 253n, eerste lid, vervalt na «artikelen 252,» «,eerste
lid,»
CCb
Artikel 253p, derde lid, vervalt.
Toelichting
Dit amendement beoogt het onderscheid tussen de rechtsgevolgen van ouderschap
als gevolg van een huwelijk en ouderschap voortkomend uit erkenning, ongedaan
te maken. De ouders waarvan de vader het kind erkent, die geen huwelijk of
geregistreerd partnerschap hebben gesloten, hebben nu niet automatisch het
gezamenlijk gezag over hun kinderen. Het verschil tussen deze ouders is niet
gerechtvaardigd en belemmert ouders in hun keuzevrijheid met betrekking tot
hun relatievorm. Het overheidsbeleid is er op tal van terreinen op gericht
om de verschillen in behandeling van gehuwde en ongehuwde ouders weg te nemen.
Het automatisch toekennen van gezamenlijk gezag aan ongehuwde ouders sluit
aan bij deze ontwikkeling.
Rabbae