nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID DITTRICH
Ontvangen 13 september 2000
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel D, onder 2, artikel 7:28, tweede lid, komt te luiden:
2. De kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van het
beroep redelijkerwijs heeft moeten maken, worden door het bestuursorgaan uitsluitend
vergoed op verzoek van de belanghebbende voorzover het bestreden besluit in
strijd met het recht is genomen, tenzij de onrechtmatigheid van dit besluit
aan de belanghebbende is toe te rekenen. In dat geval stelt het beroepsorgaan
de vergoeding vast die het bestuursorgaan verschuldigd is. Artikel 57b, tweede
lid, van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige
toepassing.
Toelichting
Het begrip «door ernstige onzorgvuldigheid» in de door de
regering voorgestelde wettekst wordt geschrapt.
Immers als een burger kosten heeft moeten maken in verband met de behandeling
van zijn beroep en die kosten zijn redelijkerwijs gemaakt, dan gaat het niet
aan dat de overheid een uitzonderingspositie voor zichzelf claimt, waar anderen
in het rechtsverkeer wel de proceskosten voor hun rekening moeten nemen, indien
vastgesteld is dat zij in strijd met het recht hebben gehandeld.
Dit amendement maakt het mogelijk dat een burger (belanghebbende) de redelijkerwijs
gemaakte kosten van de overheid vergoed krijgt, behalve wanneer het bestreden
besluit in strijd met het recht genomen is door toedoen van die burger (belanghebbende).
Dittrich