nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID O. P. G. VOS
Ontvangen 16 november 2000
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 7:15, tweede lid, gewijzigd als
volgt:
2. De kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van het
bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, worden door het bestuursorgaan
uitsluitend vergoed op verzoek van de belanghebbende voorzover het bestreden
besluit onmiskenbaar in strijd met het recht is genomen, tenzij dit aan de
belanghebbende is toe te rekenen. Artikel 57b, tweede lid, van het Wetboek
van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing.
II
In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 7:28, tweede lid, gewijzigd als
volgt:
2. De kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van het
beroep redelijkerwijs heeft moeten maken, worden uitsluitend vergoed op verzoek
van de belanghebbende voorzover het bestreden besluit onmiskenbaar in strijd
met het recht is genomen, tenzij dit aan de belanghebbende is toe te rekenen.
In dat geval stelt het beroepsorgaan de vergoeding vast die het bestuursorgaan
verschuldigd is. Artikel 57b, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Dit amendement behelst een minder zwaar criterium voor vergoeding van
de kosten van de bestuurlijke voorprocedure. Redelijkerwijs gemaakte kosten
moeten worden vergoed voorzover het bestreden besluit onmiskenbaar in strijd
met het recht is genomen, behalve wanneer dit aan de belanghebbende is toe
te rekenen. Met de eis van onmiskenbare, niet aan de belanghebbende toe te
rekenen onrechtmatigheid wordt tot uitdrukking gebracht dat het bestuursorgaan
wèl aansprakelijk is voor primaire beslissingen waarvan
het weet of zonder meer kan weten dat ze onjuist zijn, maar niet voor beslissingen
waarbij dat niet het geval is.
Daarnaast is dit amendement er op gericht om het informele karakter van
de bezwaarschriftprocedure te behouden. De overheid dient niet ontmoedigd
te worden om zichzelf te corrigeren in de bezwaarfase. Het onmiskenbaarheidsvereiste
vormt geen beletsel voor overleg tussen overheid en belanghebbende. Verdere
juridisering moet worden voorkomen.
O. P. G. Vos