nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de kosten van bezwaar
en administratief beroep (kosten bestuurlijke voorprocedures).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
24 februari 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een regeling
te treffen inzake de vergoeding van de kosten van de bezwaarschriftprocedure
en het administratief beroep;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Algemene wet bestuursrecht wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 7:8 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.»
voor het eerste lid.
B
Artikel 7:15 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Toegevoegd worden drie leden, luidende:
2. De kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van het
bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, worden door het bestuursorgaan
uitsluitend vergoed op verzoek van de belanghebbende voorzover het bestreden
besluit door ernstige onzorgvuldigheid in strijd met het recht is genomen.
Artikel 57b, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is
van overeenkomstige toepassing.
3. Het verzoek wordt gedaan voordat het bestuursorgaan op het bezwaar
heeft beslist. Het bestuursorgaan beslist op het verzoek bij de beslissing
op het bezwaar.
4. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over
de kosten waarop de vergoeding uitsluitend betrekking kan hebben en over de
wijze waarop het bedrag van de kosten wordt vastgesteld.
C
In artikel 7:22 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.»
voor het eerste lid.
D
Artikel 7:28 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Toegevoegd worden drie leden, luidende:
2. De kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van het
beroep redelijkerwijs heeft moeten maken, worden uitsluitend vergoed op verzoek
van de belanghebbende voorzover het bestreden besluit door ernstige onzorgvuldigheid
in strijd met het recht is genomen. In dat geval stelt het beroepsorgaan de
vergoeding vast die het bestuursorgaan verschuldigd is. Artikel 57b, tweede
lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige
toepassing.
3. Het verzoek wordt gedaan voordat het beroepsorgaan op het beroep heeft
beslist. Het beroepsorgaan beslist op het verzoek bij de beslissing op het
beroep.
4. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over
de kosten waarop de vergoeding uitsluitend betrekking kan hebben en over de
wijze waarop het bedrag van de kosten wordt vastgesteld.
E
Artikel 8:75 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt de eerste volzin vervangen door: De rechtbank
is bij uitsluiting bevoegd een partij te veroordelen in de kosten die een
andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij de rechtbank,
en van het bezwaar of van het administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten
maken. De artikelen 7:15, tweede tot en met vierde lid, en 7:28, tweede lid,
eerste volzin, derde en vierde lid, zijn van toepassing.
2. In het tweede lid wordt de eerste volzin vervangen door: In geval van
een veroordeling in de kosten ten behoeve van een partij aan wie ter zake van het beroep op de rechtbank, het bezwaar of het administratief beroep
een toevoeging is verleend krachtens de Wet op de rechtsbijstand, wordt het
bedrag van de kosten betaald aan de griffier.
ARTIKEL II
Artikel 13a van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt de eerste volzin vervangen door: De kantonrechter
is bij uitsluiting bevoegd een partij te veroordelen in de kosten die een
andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij het kantongerecht,
en van het bezwaar of van het administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten
maken. De artikelen 7:15, tweede tot en met vierde lid, en 7:28, tweede lid,
eerste volzin, derde en vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn
van toepassing.
2. In het tweede lid wordt de eerste volzin vervangen door: In geval van
een veroordeling in de kosten ten behoeve van een partij aan wie ter zake
van het beroep op de kantonrechter, het bezwaar of het administratief beroep
een toevoeging is verleend krachtens de Wet op de rechtsbijstand, wordt het
bedrag van de kosten betaald aan de griffier.
ARTIKEL III
Artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, zoals dit luidde voor
het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft van toepassing, indien
de beslissing op het bezwaar of het administratief beroep voor het tijdstip
van inwerkingtreding van deze wet is genomen.
ARTIKEL IV
Artikel 13a van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften,
zoals dit luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft
van toepassing, indien de beslissing op het bezwaar of het administratief
beroep voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is genomen.
ARTIKEL V
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,