27 022
Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het vergroten van de effectiviteit van de uitvoering en de verbetering van de handhaving van die wet

nr. 6
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ

Ontvangen 24 mei 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In Artikel I, onderdeel C, wordt punt 2 als volgt gewijzigd:

A In de aanhef wordt het woord «wordt» vervangen door «worden», en wordt de zinsnede «een nieuw onderdeel g» vervangen door «de nieuwe onderdelen g en h».

B. Ingevoegd wordt een nieuw onderdeel g, luidende:

g. indien het een eerder toegelaten vreemdeling betreft voor wie op grond van artikel 11, vierde lid, een niet-verlengbare tijdelijke tewerkstellingsvergunning is verleend en die daarna zijn hoofdverblijf niet ten minste één jaar buiten Nederland heeft verplaatst;.

Toelichting

Met toevoeging van deze facultatieve weigeringsgrond aan artikel 9 kan worden voorkomen dat een vreemdeling die tijdelijk tot de Nederlandse arbeidsmarkt is toegelaten via een nieuwe aanvraag om een tewerkstellingsvergunning alsnog structureel tot de Nederlandse arbeidsmarkt wordt toegelaten. Met de bepaling dat het hoofdverblijf ten minste één jaar buiten Nederland moet zijn verplaatst, wordt de periode van drie jaar waarin een vreemdeling een verblijfsvergunning moet hebben gehad voordat hij recht heeft op de aantekening «Arbeid is vrij toegestaan» (art. 4, tweede lid onder b Wav) onderbroken.

Van der Staaij

Naar boven