27 022
Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met het vergroten van de effectiviteit van de uitvoering en de verbetering van de handhaving van die wet

nr. 251b
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 12 september 2000

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de VVD-fractie deelden mee van mening te zijn dat de voorgestelde wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen verbeteringen inhouden. Toch wilden zij met betrekking tot genoemde wet nog enkele vragen stellen die betrekking hebben op vreemdelingen met vergunning regulier en één vraag met betrekking tot de voorhangprocedure van de AMvB arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers.

Tewerkstelling door werkgevers van vreemdelingen bij andere werkgevers

Een werkgever moet bij de tewerkstellingsvergunning (twv-)aanvraag melden waar de werknemer gaat werken. Is dit bij bijvoorbeeld een cliënt, dan wordt deze cliënt gezien als fysiek werkgever («werkgever 2»); dit is zeer gebruikelijk in o.a. de IT- en consultancy sector). De werkgever moet in dit geval niet alleen een detacheringsovereenkomst overleggen: ook van werkgever 2 wordt verwacht dat hij wervingsinspanningen heeft verricht om in de vacature met prioriteit genietend aanbod te voorzien.

Bij deze cliënten is geen sprake van openstaande vacatures. Er is een probleem dat opgelost moet worden of er zijn projecten die uitgevoerd moeten worden die niets te maken hebben met de kernactiviteit van deze cliënten. Zij richten zich derhalve tot derden om deze diensten in te huren, waarbij het voor hen niet van belang is wie (welke nationaliteit) het werk doet, zolang de persoon in kwestie over de juiste kwalificaties beschikt om de werkzaamheden uit te voeren. Indien de werkgever van de vreemdeling (met wie de vreemdeling een arbeidsovereenkomst heeft gesloten) aan heeft kunnen tonen dat er geen prioriteitgenietend aanbod is, lijkt het dan ook overbodig om datzelfde nog eens te verwachten van werkgever (=werkgever 1)?

Komt dit punt terug in de uitvoeringsregels? Voor de duidelijkheid: het betreft hier projecten langer dan 4 weken die niet vallen onder de voorziene wijziging van het KB van 23 augustus 1995 (Uw brief d.d. 3 juli 2000, kenmerk AM/AAB/0 043 754, waarbij het installeren c.q. aanpassen van software onder de werking van artikel 1 sub a is gebracht.

In haar brief van 21 maart jl. aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bepleit de Federatie Nederlandse IT («FENIT») een versoepeling van het beleid voor IT-professionals ten aanzien van wervingsinspanningen om in vacatures te voorzien met prioriteitgenietend aanbod. In zijn antwoord van 11 mei jl. zegt de minister dat in het later dit jaar te wijzigen Delegatiebesluit duidelijker wordt opgenomen dat bij herhaaldelijk gebleken afwezigheid van prioriteitgenietend aanbod, de vacaturemelding bij Arbeidsvoorziening achterwege kan worden gelaten bij nader aan te duiden werkzaamheden in de IT-sector. Op deze wijziging wordt thans vooruitgelopen; om welke werkzaamheden het gaat is echter onduidelijk. Kan de minister duidelijkheid verschaffen?

De leden merkten op het hier echter slechts te hebben over de vacaturemelding bij het Arbeidsbureau die achterwege kan worden gelaten. Overige wervingsinspanningen blijven vereist, hoewel er niet alleen in Nederland, maar tevens in de rest van de EU een groot tekort aan IT-professionals is. In hoeverre hier dan ook om een daadwerkelijke versoepeling van het beleid kan worden gesproken is niet duidelijk. Ook hier ontvingen deze leden gaarne duidelijkheid.

De leden van de VVD-fractie stelden vervolgens de volgende vragen:

Waar zou volgens de minister de uitvoeringsinstantie de grens moeten leggen ten aanzien van de vraag wie wel of niet 5 weken de vacature uit moet zetten bij Arbeidsvoorziening? En hoe wordt duidelijk over welke categorie het gaat? Vindt de minister niet dat deze versoepeling schril afsteekt tegen beleid dat in het buitenland wordt gevoerd? En zal dit niet tot gevolg hebben dat Nederland minder attractief wordt als IT-centrum van Europa?

In Duitsland is onlangs besloten dat er 70 000 lokale TWV'ers vrij mogen worden afgegeven aan IT-professionals met een inkomen dat gelijk is of hoger dan DM 100 000 zonder dat de werkgever hiervoor hoeft aan te tonen dat er wervingsinspanningen zijn verricht. Hiertoe is besloten omdat Duitsland eveneens een zeer groot aantal vacatures voor IT-professionals heeft open staan.

In het Verenigd Koninkrijk bestaat een zogenaamde «Shortage List». Op deze lijst komen beroepen voor, o.a. IT-professionals, waar, zodra een TWV wordt aangevraagd, tijdelijk geen wervingsinspanningen voor hoeven te worden verricht. Zodra er geen sprake meer is van een tekort, wordt het betreffende beroep van de Shortage List geschrapt. Zou opstelling van een dergelijke lijst voor Nederland niet eveneens raadzaam zijn, omdat Nederland hiermee enigszins gelijk tred kan houden met de overige belangrijke landen binnen de EU?

Met betrekking tot de voorhangprocedure vroegen de leden van de VVD-fractie of de Eerste Kamer de AMvB betreffende arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers kan tegenhouden indien een meerderheid van deze Kamer daar tegen is.

De voorzitter van de commissie,

Kneppers-Heijnert

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Ginjaar (VVD), Jaarsma (PvdA), Veling (RPF/GPV), Van Leeuwen (CDA), Van den Berg (SGP), Hofstede (CDA), Bierman (OSF), Hessing (D66), Ruers (SP), Wolfson (plv. voorzitter), De Jong (CDA), Swenker (VVD), Kneppers-Heijnert (VVD) (voorzitter), De Wolff (GL)

Naar boven