nr. 35
MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER HAM EN JONKER
Voorgesteld 12 maart 2008
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat in meer dan 75 landen ter wereld homoseksualiteit strafbaar
is gesteld en dat daarnaast zeven landen homoseksualiteit met de doodstraf
bedreigen;
overwegende, dat in november 2006 de zogenaamde Yogyakarta Beginselen
zijn gecodificeerd, waarin alle bestaande en juridisch geldende mensenrechten
zijn vertaald naar mensen met een andere seksuele oriëntatie en genderidentiteit,
terwijl de beginselen vergezeld gaan van aanbevelingen hoe nationale regeringen
en andere actoren de beginselen in hun regelgeving en beleid kunnen verankeren;
overwegende, dat de regering bij monde van de minister van Buitenlandse
Zaken zich al voluit achter deze beginselen heeft geschaard tijdens de zevende
zitting van de VN-Mensenrechtenraad;
overwegende, dat 17 mei is aangemerkt als Internationale Dag tegen
Homofobie (IDAHO) en dat het voor internationale mensenrechtenorganisaties,
zoals Human Rights Watch, Amnesty International, Global Rights en ILGA van
groot belang is dat nationale parlementen zich uitspreken over het belang
van de Yogyakarta Beginselen bij het bestrijden van discriminatie op grond
van seksuele oriëntatie en genderidentiteit;
spreekt uit dat discriminatie op grond van seksuele oriëntatie en
genderidentiteit krachtig bestreden dient te worden en dat de Yogyakarta Beginselen
hierbij een goede leidraad zijn;
verzoekt de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, in het
kader van de Internationale Dag tegen Homofobie bij andere parlementen de Yogyakarta Beginselen onder de aandacht te brengen en hen op te
roepen, deze te onderschrijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Ham
Jonker