26 991 Voedselveiligheid

28 286 Dierenwelzijn

Nr. 521 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2018

Bijgaand sturen wij uw Kamer de integrale risicoanalyse (IRA) voor de pluimveevleesketen1 die vandaag gepubliceerd wordt op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Zoals aangekondigd in het plan van aanpak «NVWA 2020» brengt de NVWA sinds 2017 voor alle relevante productieketens de risico’s voor de voedselveiligheid, dierenwelzijn en diergezondheid in kaart door middel van een IRA.

Het primaire doel van een IRA is het richten van het NVWA-toezicht op de grootste risico’s in een keten. Een IRA geeft een integraal beeld van de risico’s in een keten, en de beheersing daarvan, gebaseerd op gegevens uit voorgaande jaren. Een IRA geeft aan waar de risico’s zitten en waar maatregelen door zowel de ketenpartners, het toezicht als het beleid nodig zijn. In augustus 2017 is de eerste IRA, namelijk die voor de zuivelketen, uitgebracht.

De IRA pluimveevleesketen is gebaseerd op een wetenschappelijke risicobeoordeling door Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek (bureau), informatie vanuit toezicht van de NVWA over de naleving van de wetgeving in deze keten in de periode van 2014–2017 en informatie over fraude in deze keten vanuit de Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van de NVWA in de periode van 2010–januari 2017.

De Integrale Risicoanalyse pluimveevleesketen

De NVWA schetst in de IRA over de pluimveevleesketen, vanuit het toezichtperspectief een beeld van een productieketen die de wetgeving op een aantal terreinen onvoldoende naleeft. De belangrijkste geconstateerde risico’s liggen op het vlak van dierenwelzijn op primaire bedrijven en bij transport, niet toegestaan antibioticagebruik en microbiologische risico’s van Campylobacter en Salmonella. Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze problemen geconstateerd zijn bij een deel van de bedrijven. De NVWA heeft dit beeld recent op hoofdlijnen gedeeld met de ketenpartijen en maatschappelijke organisaties.

Reactie

Op verzoek van de sector heeft op 27 maart jongstleden een bestuurlijk overleg met de Minister van LNV plaatsgevonden. Dit was een constructief gesprek waarbij de deelnemende partijen hebben afgesproken samen de zaken op te pakken die niet goed gaan. Een eerste stap hierbij is het delen en een verdere verdieping van de inzichten uit de risicoanalyse met ketenpartijen, beleid en maatschappelijke organisaties. Hierover zullen door de NVWA de komende tijd nadere gesprekken worden gevoerd.

De Nederlandse pluimveevleesindustrie heeft wereldwijd een goede naam en is een grote exporteur. Onze pluimveesector is innovatief, ontwikkelt zich continu om aan de markteisen te voldoen en heeft al duidelijke stappen gezet om het productieproces te verbeteren bijvoorbeeld waar het gaat om het reduceren van het antibioticagebruik, het terugdringen van de voetzoollaesies op primaire bedrijven en de aanpak van karkasverontreiniging op slachterijen. Om deze goede naam te behouden is het belangrijk dat bestaande risico’s adequaat worden aangepakt. De IRA helpt daarbij.

Over de nadere invulling van de aanpak zullen op korte termijn afspraken met elkaar worden gemaakt. Hierbij is het belangrijk dat alle partijen in de pluimveevleesketen hun eigen verantwoordelijkheid nemen en de wetgeving op het terrein van voedselveiligheid en dierenwelzijn goed naleven. Deze verantwoordelijkheid ligt ook primair bij hen. Ketenpartijen moeten elkaar daarbij aanspreken op onregelmatigheden. Van alle partijen in deze keten – zoals pluimveehouders, slachterijen, handelaren, transporteurs, vangploegen, dierenartsen en de supermarkten – wordt verwacht dat zij hun individuele en gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen. Ook de supermarkten kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Zij zijn namelijk de schakel tussen de producent en consument.

Op basis van de IRA gaat de NVWA haar toezicht en handhaving aanscherpen. Dit kan onder andere leiden tot een aangepaste prioritering in het toezicht, aanpassingen in het interventiebeleid en prioritering voor de opsporing in deze keten. Hierdoor zal het toezicht zich meer en meer richten op dat deel van de bedrijven waar de risico’s ook werkelijk zijn.

In het kader van de verduurzaming van de veehouderij gaat de Minister van LNV daarnaast de dialoog aan met sectoren en betrokken ketenpartijen, waaronder de pluimveevleessector. Wij staan voor een toekomstbestendige, maatschappelijk geaccepteerde veehouderij die veilige producten produceert met oog voor duurzaamheid, natuur, volksgezondheid en dierenwelzijn. Ook is het van groot belang dat het voor iedere partij in de keten mogelijk is een eerlijke prijs te ontvangen voor zijn dienst of product. Hierover zullen we met elkaar in gesprek moeten en kijken welke stappen gezet moeten worden. Ook de consument heeft hierbij een rol: is hij bereid voor zijn wensen als het gaat om voedselveiligheid en dierenwelzijn een eerlijke prijs te betalen?

De aanpak wordt de komende periode verder geconcretiseerd. Wij informeren uw Kamer daar in het najaar nader over.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven