26 991 Voedselveiligheid

33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Nr. 483 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2017

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt sinds april 2015 op een intensievere en meer uniforme wijze toezicht op de pluimveeslachthuizen in Nederland. Deze nieuwe aanpak is onderdeel van het Plan van aanpak NVWA uit 2013 (Kamerstuk 33 835, nr. 1), waarin het intensiveren van het toezicht een van de speerpunten was. Inmiddels zijn de nalevingscijfers bekend over de periode tot en met 2016. Bijgaand ontvangt u de «Naleefmonitor pluimveeslachthuizen» van de NVWA. Deze bestaat uit twee grafiekbladen1 die een beeld geven van de gemiddelde naleving op 18 grote pluimveeslachthuizen in Nederland in de periode april 2015-december 2016.

Verder ontvangt u de documenten die betrekking hebben op de inspecties van de NVWA bij pluimveeslachthuizen in Gelderland in de periode mei 2015 tot en met september 2016. Dit betreft maatregelen, zoals boetebeschikkingen en schriftelijke waarschuwingen, en inspectielijsten2.

Beide zaken heb ik uw Kamer toegezegd in mijn brief van 27 oktober 2016 (Kamerstukken 26 991 en 33 835, nr. 481).

Naleefmonitor

De «Naleefmonitor pluimveeslachthuizen» laat zien dat de NVWA minder verontreiniging aantreft op kippenvlees in pluimveeslachthuizen. Op het gebied van procesbeheersing zijn echter nog serieuze verbeteringen noodzakelijk. Het dierenwelzijn blijft op onderdelen zorgen geven.

In 2015 is de NVWA gestart met een risicogerichte en meer uniforme wijze van controleren bij de pluimveeslachthuizen. Sindsdien neemt de NVWA dagelijks bij iedere grote pluimveeslachterij meerdere omvangrijke steekproeven en treedt waar nodig handhavend op. Bij meer dan 90 procent van die steekproeven werd het afgelopen jaar geen verontreiniging geconstateerd op het kippenvlees voordat het de koeling ingaat voor verdere verwerking. Eerder was dit bij 74 procent van de steekproeven het geval.

Ondanks deze vooruitgang maken de controles die toezichthoudend dierenartsen op risico-onderdelen uitvoeren duidelijk dat verdere stappen nodig zijn. Dat geldt met name voor het reinigen en ontsmetten van vervoermiddelen, het schoonhouden van bedrijfsruimten en apparatuur en voor de persoonlijke hygiëne van het personeel. Hier is de naleving in absolute zin te laag. Ook is duidelijk dat constante aandacht van het bedrijfsleven nodig blijft, omdat de trend in de naleving in de tweede helft van 2016 licht negatief is.

Bij de naleving van de regels voor dierenwelzijn zijn verbeteringen nodig. Ondanks het intensievere toezicht is de naleving hier gedaald. Aandachtspunten zijn het uitladen van de kippen, het kantelen van de kratten en de waterbadbedwelming.

Slachthuizen zijn verantwoordelijk voor het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Pluimveeslachthuizen zijn hier bewuster mee bezig sinds de start van het strengere toezicht van de NVWA. Wel constateert de NVWA dat er pluimveeslachthuizen zijn die hun personeel vooral inzetten voor het herstellen van geconstateerde tekortkomingen, waardoor de aandacht op andere punten verslapt.

Bij niet-naleving neemt de NVWA corrigerende maatregelen om het bedrijf alsnog te laten voldoen. Ook gaat de NVWA met de slachthuizen in gesprek over hun individuele aandachtspunten. Bij bedrijven waar schriftelijke waarschuwingen en boetes niet tot de gewenste naleving leiden, intensiveert de NVWA het toezicht en neemt ze stringentere maatregelen. Dat kan eventueel zelfs leiden tot (tijdelijke) sluiting van een pluimveeslachthuis.

Het aantal maatregelen is in de afgelopen periode fors gestegen. Het aantal boetes steeg van 94 in de periode 2010-juni 2015 naar 259 in de periode juli 2015-december 2016; het aantal schriftelijke waarschuwingen nam toe van 122 in 2010–2014 naar 802 in 2015/2016.

Naast deze maatregelen worden voor herstelbare lichte tekortkomingen ter plekke ook corrigerende maatregelen opgedragen. In de periode juli 2015-december 2016 gebeurde dit ongeveer 900 keer (vergelijkende cijfers over de periode daarvoor ontbreken).

Conclusie

Ondanks de strengere handhaving en het fors hogere aantal maatregelen van de NVWA laat de naleving van de wet- en regelgeving in de pluimveeslachthuizen nog te wensen over. Er wordt weliswaar minder vaak verontreiniging op geslachte kippen aangetroffen, maar op met name dierenwelzijn en een aantal specifieke onderdelen van het slachtproces is de naleving te laag. De NVWA zal daarom de in 2015 ingezette lijn van strengere handhaving in 2017 voortzetten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven