26 991 Voedselveiligheid

Nr. 429 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Ontvangen ter Griffie op 28 augustus 2014.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 25 september 2014.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 26 september 2014

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2014

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een ontwerpregeling houdende wijziging van de Regeling dierlijke producten in verband met de aanduiding van bijzondere slachtpluimveehouderijsystemen1.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 5 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen), en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de ontwerpregeling voordat die zal worden vastgesteld. Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de vaststelling van de ontwerpregeling niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

De ontwerpregeling strekt tot overname van de regels van het Productschap Pluimvee en Eieren over de aanduiding van bijzondere slachtpluimveehouderijsystemen. De Stichting Controleorgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ) wordt belast met het toezicht op de naleving van deze regels, omdat dit in het verlengde ligt van de huidige taken van het COKZ. Omdat het COKZ een zelfstandig bestuursorgaan is, geldt voor de ontwerpregeling de voorhangprocedure van artikel 5 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

In de kabinetsreactie van 10 juni 2014 op het rapport «Risico’s in de vleesketen» van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (Kamerstukken II 2013/14, 26 991, nr. 418) is aangegeven dat de toezichthoudende werkzaamheden van het COKZ, zowel ten aanzien van de zuivel- als de eiersector, bij de NVWA als centrale toezichthoudende autoriteit worden ondergebracht. Het tijdpad hiervoor wordt thans uitgewerkt.

Gelet op de samenhang tussen deze nieuwe taak en de bestaande taken van het COKZ is het om doelmatigheidsredenen wenselijk deze taak voorlopig nog bij het COKZ te beleggen. De taak kan dan op termijn, gelijktijdig met de al bestaande taken van het COKZ, worden ondergebracht bij de NVWA.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven