26 991 Voedselveiligheid

Nr. 424 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2014

Tijdens het mondeling vragenuurtje van 25 maart 2014 is toegezegd een nadere uitleg te verstrekken over de taken van de FVO, welke controles de FVO uitvoert bij paardenslachthuizen in derde landen en op welke wijze de FVO kan ingrijpen (Handelingen II 2013/14, nr. 66, item 3). Tevens zijn er aanvullend schriftelijke vragen gesteld1. Hieronder licht ik, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, de werkwijze van de FVO toe, ga ik in op de resultaten van audits uitgevoerd in paardenslachthuizen in derde landen die in de uitzending van Radar besproken zijn (Canada, Mexico, Argentinië en Uruguay) en beantwoord ik uw aanvullende vragen.

Food and Veterinary Office

De Europese Commissie ziet er op toe dat de bevoegde autoriteiten in de lidstaten en derde landen de Europese regelgeving adequaat implementeren en dat zij adequaat toezicht uitvoeren op de naleving van de regelgeving. Het Europese Voedsel en Veterinaire Bureau (Food and Veterinary Office, FVO), een onderdeel van de Europese Commissie, geeft invulling aan deze taak.

De FVO voert inspecties uit in derde landen bij de autoriteiten en bij bedrijven die producten exporteren naar de EU. De FVO stelt op basis van deze inspecties auditrapporten op. In deze openbare rapporten zijn aanbevelingen opgenomen voor de bevoegde autoriteiten in het betreffende land om de naleving alsmede het toezicht daarop en de handhaving te verbeteren. De bevoegde autoriteiten worden geacht aan de FVO aan te geven op welke wijze zij de aanbevelingen opvolgen.

Om (paarden)vlees vanuit derde landen naar de EU te mogen exporteren, moet aan de volgende eisen worden voldaan:

  • het land moet voorkomen op een lijst van landen waaruit export van paardenvlees naar de EU is toegestaan (conform Verordening (EU) 206/2010);

  • inrichtingen waar de dieren worden geslacht moeten voorkomen op een lijst met door de bevoegde nationale autoriteiten voor export naar de EU erkende bedrijven;

  • de inrichting van de bedrijven, de werkwijze in de bedrijven en het toezicht daarop door de bevoegde autoriteit moeten voldoen aan de Europese eisen.

Voor slachthuizen die naar de EU willen exporteren gelden zowel eisen voor de voedselveiligheid als voor het dierenwelzijn. Erkende bedrijven moeten voldoen aan de Europese regels ten aanzien van hygiënisch werken (Verordening (EG) 852/2004 en (EG) 853/2004). Ook moet in het derde land een programma van kracht zijn voor de opsporing van residuen en contaminanten in levende dieren en dierlijke producten. De vee- en vleeskeuring en het overheidstoezicht moeten voldoen aan Verordening (EG) 854/2004.

Voor het dierenwelzijn gelden de volgende bepalingen. Op grond van Verordening (EG) 853/2004 moeten de bedrijven bij aankomst in het slachthuis het welzijn van de dieren controleren. De werkwijze in de slachthuizen zelf moet voldoen aan dierenwelzijnsregelgeving (Verordening (EG) 1099/2009). Hieronder valt de behandeling van de dieren bij het slachten (het stallen, drijven, fixeren, verdoven en doden).

Periodiek bezoekt de FVO derde landen om na te gaan of de bevoegde autoriteiten de voorwaarden voor de erkenning van de bedrijven goed hebben geïmplementeerd en of toezicht en handhaving op de juiste wijze worden uitgevoerd. Als daartoe aanleiding bestaat, zal de FVO de inspectiefrequentie verhogen en maatregelen eisen, of bij inspecties in derde landen zelfs direct ingrijpen, onmiddellijke actie vorderen of de erkenning van een bedrijf voor export naar Europa intrekken. In een enkel geval wordt de import in de EU uit een heel derde land stopgezet. De Europese Commissie neemt het besluit tot deze maatregelen.

Situatie met betrekking tot importen paardenvlees uit betrokken derde landen (Canada, Mexico, Argentinië en Uruguay).

Zoals aangegeven moeten bedrijven in derde landen die paardenvlees voor de Europese markt willen produceren, daarvoor over een erkenning beschikken.

De erkenning van en het dagelijkse toezicht op betreffende bedrijven geschiedt, op basis van de Europese wetgeving (hygiëne en dierenwelzijn op het slachthuis) door de bevoegde autoriteiten in de betreffende landen. Als bedrijven niet aan de eisen voldoen, zullen de nationale autoriteiten conform afspraak maatregelen moeten nemen.

Op de website van de Europese Commissie worden per land lijsten bijgehouden van erkende bedrijven2. Het aantal slachthuizen dat op dit moment is erkend voor de productie van paardenvlees voor de Europese markt in de verschillende landen in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika is: in Canada: 4, in Mexico: 4, in Argentinië: 4 en in Uruguay: 3.

De FVO heeft in de afgelopen vijf jaar in deze landen zes inspectiemissies uitgevoerd inzake de productie en export van paardenvlees. Daarnaast heeft in de afgelopen vijf jaar in al deze landen een FVO-audit plaatsgevonden van het programma ter monitoring van residuen en contaminanten in dieren en dierlijke producten. Op de website van de FVO zijn de resultaten van uitgevoerde inspecties te raadplegen3. Hieronder volgen de belangrijkste bevindingen van de FVO bij paardenslachthuizen in genoemde derde landen.

Resultaten FVO inspecties bij paardenslachthuizen in Canada

In 2010 constateerde de FVO tekortkomingen in de residubewaking bij de export van paarden van de Verenigde Staten naar Canada. In reactie hierop hebben de Canadese autoriteiten aangegeven dat alleen paardenvlees dat op dit onderdeel voldoet aan de Europese eisen geëxporteerd mag worden naar de EU. De hygiëne in de geïnspecteerde bedrijven was over het algemeen goed genoeg; met uitzondering van één bedrijf (het is onbekend of dit een paardenslachthuis betrof). De Canadese autoriteiten gaven in hun reactie aan dat de geconstateerde tekortkomingen zouden worden gecorrigeerd. Er werden geen tekortkomingen ten aanzien van dierenwelzijn geconstateerd.

Resultaten FVO inspecties bij paardenslachthuizen in Mexico

FVO-audits in Mexico vonden plaats in 2010 en 2012.

In 2012 deed de FVO de volgende waarnemingen:

  • in alle bezochte slachthuizen werd voedselveiligheid beheerst conform op HACCP gebaseerde voedselveiligheidssystemen;

  • in alle bezochte slachthuizen waren de dieren tijdens het uitladen, het uitrusten en voorafgaand aan de slacht met zorg behandeld;

  • in alle gevallen was er acceptabele bedwelming en was reserve apparatuur direct beschikbaar, er waren controles door het slachthuis zelf op de bedwelmingsprocedure;

  • er was aanwijsbaar sprake van specifieke opleiding voor het betrokken personeel.

In het kader van de audit in Mexico in 2010 is ook een exportverzamelplaats van paarden in de Verenigde Staten bezocht. Daar werd geconstateerd dat selectie plaatsvond van transportwaardige paarden. Zieke, drachtige en gewonde paarden werden voor export naar Mexico afgewezen.

De algemene conclusie in 2012 was dat de naleving van de genoemde eisen bij de productie van paardenvlees en paardenvleesproducten voldoende was om export naar de EU toe te laten.

Resultaten FVO inspecties bij paardenslachthuizen in Argentinië

De audit van de FVO in Argentinië in 2011 betrof onder meer vijf destijds erkende paardenslachthuizen. Tijdens deze inspectie werden meerdere tekortkomingen in de hygiëne geconstateerd; naar het oordeel van de FVO vormden deze tekortkomingen geen direct gevaar voor de volksgezondheid. De Argentijnse autoriteiten hebben toegezegd deze tekortkomingen direct te herstellen.

De situatie met betrekking tot dierenwelzijn werd door de FVO als «in het algemeen zeer goed» getypeerd.

Resultaten FVO inspecties bij paardenslachthuizen in Uruguay

De audit van de FVO in Uruguay in 2009 betrof meerdere soorten vlees (wild, rundvlees, lamsvlees en paardenvlees). Tijdens de audit werd één paardenslachthuis bezocht. De hygiëne in de bezochte bedrijven was over het algemeen goed. Wat betreft de zorg voor het dierenwelzijn was er kritiek op de manier waarop bedrijven de hoofden van de dieren vastzetten voor de verdoving en op de apparatuur hiervoor. De autoriteiten in Uruguay hebben verbetering hiervan toegezegd.

Vragen van de leden van de Christen Unie

1. Op welke wijze voert het Europese Food and Veterinary Office controles uit in slachthuizen in het buitenland waar paardenvlees vandaan komt dat in Europa wordt afgezet? Zijn deze controles aangekondigd en hoe vaak vinden deze controles plaats? Wordt elk slachthuis regelmatig gecontroleerd of voert de Food and Veterinary Office steekproeven uit?

Het Europese «Food and Veterinary Office» (FVO) van de Europese Commissie ziet erop toe dat derde landen de Europese regelgeving adequaat implementeren en dat de bevoegde autoriteiten in die landen het toezicht en de handhaving adequaat uitvoeren. De inspectiemissie en bedrijfsbezoeken van de FVO zijn over het algemeen aangekondigd. De FVO bepaalt de frequentie daarvan op basis van de te verwachten risico’s in de betreffende landen en bedrijven en op de uitkomsten van de voorgaande audits.

2. Bent u van mening dat dit voldoende is?

Ik heb geen aanwijzingen dat dit onvoldoende is. De situatie die door het programma Radar is geschetst in Canada, Mexico, Argentinië en Uruguay zal ik evenwel bij de FVO onder de aandacht brengen, zodat die dit signaal kan beoordelen en, als daar aanleiding toe is, kan meenemen in de prioriteitstelling van zijn inspectiemissies.

3. Op welke wijze is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hierbij betrokken?

De NVWA is niet direct betrokken bij de inspecties van de FVO in derde landen. De NVWA stelt jaarlijks een plan vast voor controles van in Nederland en de EU geïmporteerde producten. Bij de vaststelling van dit controleplan wordt rekening gehouden met de relevante resultaten uit FVO inspecties in het buitenland (derde landen).

Vragen van de leden van de Partij voor de Dieren

1. Deelt u de mening dat u niet kunt garanderen dat er geen restanten van het medicijn fenylbutazon zit in paardenvlees op de Nederlandse markt? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid de controles op fenylbutazon in paardenvlees te verhogen? Zo ja, op welke termijn en wat is het percentage van het aantal verhoogde controles? Zo nee, waarom niet?

Ik ben het met u eens dat er geen 100% veiligheidsgarantie te geven is, niet voor paardenvlees en ook niet voor alle andere levensmiddelen. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (European Food Safety Authority, EFSA) heeft eerder aangegeven dat de risico’s bij consumptie van paardenvlees verwaarloosbaar zijn. De NVWA heeft in 2013, als onderdeel van het EU-brede onderzoek naar fraude met paardenvlees, 150 monsters paardenvlees uit geïmporteerde partijen genomen en getest. In geen van de monsters is fenylbutazon aangetroffen. Ook andere lidstaten hebben bij import geen positieve gevallen gevonden. Om deze redenen is er nu geen aanleiding de analysefrequentie aan te passen.

2. Deelt u de mening dat de verwaarlozing en mishandeling van slachtpaarden in Canada, Mexico en Argentinië, zoals bekend is gemaakt door inspectieorganisatie Eyes on Animals, van structurele aard is? Zo ja, vindt u het ethisch aanvaardbaar dat dit vlees door Nederlandse bedrijven wordt geïmporteerd? Zo nee, waarop baseert u dat?

Ik ben van mening dat de getoonde beelden een ernstige aantasting van het dierenwelzijn tonen. Ik kan niet beoordelen hoe oud het getoonde materiaal is en in hoeverre het hier om structurele verwaarlozing en mishandeling gaat. Diervriendelijke behandeling op het terrein van het slachthuis is onderdeel van de Europese eisen voor export naar de EU en hier controleert de FVO op. Daarbuiten is het in principe niet mogelijk om vanuit Europa officiële eisen op te leggen. Ik vind het daarom in eerste instantie een taak van private partijen om zich uit te spreken over aanvullende voorwaarden buiten de Europese exporteisen, waaronder zij de aankoop van paardenvlees aanvaardbaar vinden.

3. Kunt u bevestigen dat het vlees van Nederlandse supermarkten niet voldoet aan Europese certificeringseisen, terwijl zij dit zelf wel beweren? Deelt u de mening dat de consument daarmee voorgelogen is? Wat zijn uw concrete voorstellen om deze vorm van fraude te beëindigen?

4. Deelt u de mening dat slachthuizen die niet voldoen aan Europese certificeringseisen niet op de lijst mogen staan van EU goedgekeurde slachthuizen? Bent u bereid om dit in Europa te eisen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 4:

Uit het in de media getoonde beeldmateriaal zou blijken dat paarden in slachthuizen van derde landen niet conform de Europese wettelijke eisen voor dierenwelzijn worden behandeld. Dit beeld wordt echter niet bevestigd door de officiële rapporten van de laatste inspectiemissies van de auditdienst van de Europese Commissie, de FVO.

Voor de import van vlees en vleesproducten bestaat een Europees systeem met wettelijke voorwaarden. Op grond daarvan voert de FVO inspecties uit in derde landen die naar de EU exporteren. Bedrijven die op de lijst van EU goedgekeurde slachthuizen staan moeten voldoen aan de wettelijke voorwaarden van de EU hiervoor. De FVO ziet erop toe dat door de bevoegde autoriteiten in derde landen hierop toezicht wordt uitgeoefend en gehandhaafd.

Ik deel de mening dat slachthuizen die niet aan de eisen voor EU-erkenning voldoen, niet thuishoren op de lijst van slachthuizen die naar de EU mogen exporteren. De FVO controleert hierop en kan ervoor zorgen dat bedrijven die niet voldoen van de lijst verwijderd worden. Betreffende bedrijven mogen geen vlees meer exporteren naar de EU.

Ik zal er bij de FVO op aandringen om het getoonde beeldmateriaal te bestuderen en een hernieuwde inspectie van de bewuste slachthuizen te overwegen.

Deelt u de mening dat Europese certificeringseisen voor slachterijen niet de nodige garanties leveren voor de volksgezondheid en het dierenwelzijn? Deelt u de mening dat er tevens eisen gesteld moeten worden aan de leefomstandigheden van een paard en de wijze waarop een paard getransporteerd wordt? Bent u bereid om binnen Europees verband te pleiten voor striktere wet- en regelgeving op paardenvlees ten aanzien van huisvesting, transport en slacht? Zo nee, waarom niet?

Binnen de EU bestaan strikte regels ten aanzien van het transport van dieren. Deze regels strekken zich niet uit tot in derde landen. Regels voor het waarborgen van dierenwelzijn in de exportslachthuizen zijn onderdeel van de Europese exporteisen, regels voor het transportraject daarvoor en de leefomstandigheden van paarden niet.

5. Deelt u de mening dat alleen een importverbod van paardenvlees uit Noord- en Zuid-Amerika kan uitsluiten dat dergelijk onveilig vlees – van dieren die extreem en onnodig hebben geleden – de Nederlandse consument bereikt? Zo ja, bent u bereid dit in te voeren totdat is gegarandeerd dat deze landen wel voldoen aan EU-certificering? Zo nee, welke alternatieven ziet u?

Nee, een importverbod is een verregaande maatregel die gestaafd moet worden door constatering van structurele overtredingen van de invoereisen. Ik zal er bij de FVO op aandringen naar aanleiding van de berichtgeving in de media een hernieuwde inspectie van de bewuste slachthuizen te overwegen en hierbij toe te zien op de welzijnsaspecten. Als betrokken slachthuizen in gebreke blijven, moeten deze van de lijst met erkende slachthuizen worden geschrapt.

6. Deelt u de mening dat het onverantwoord is nog paardenvlees in de Nederlandse schappen te hebben, gezien de fraude, het dierenleed en de gezondheidsrisico’s? Zo ja, bent u bereid de verkoop van paardenvlees te verbieden? Zo nee, waarom niet?

Onderzoeken tot nu toe laten zien dat consumptie van paardenvlees geen risico voor de volksgezondheid met zich mee brengt. Zie ook de antwoorden op vraag 1 en 3 en 4 van de PvdD.

Zoals eerder aangegeven ga ik de FVO verzoeken op basis van de gegeven informatie nadere inspecties te overwegen. Eventuele maatregelen moeten zich richten op de bedrijven die de regels met voeten treden, niet op een verbod van de verkoop van paardenvlees.

7. Deelt u de mening dat het toezicht en de handhaving op slachthuizen binnen en buiten de EU onvoldoende is? Kunt u aangeven op welke wijze u voornemens bent de toezicht en handhaving te verbeteren opdat de volksgezondheid en het dierenwelzijn bij paardenvlees beter gewaarborgd is?

Voor wat betreft het toezicht in de Nederlandse slachthuizen: in september 2013 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken u geïnformeerd over te nemen maatregelen in de vleesketen4. Daarnaast hebben de Staatssecretaris en ik u in de brief van 19 december 20135geïnformeerd over de maatregelen die wij hebben genomen om het toezicht door de NVWA, waaronder ook in de slachthuizen, te versterken. Ik verwijs tevens naar de kabinetsreactie naar aanleiding van het rapport «Risico’s in de vleesketen» van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid die op 10 juni jl. aan uw Kamer is verzonden6.

Voor wat betreft toezicht en handhaving in slachthuizen buiten de EU verwijs ik naar mijn eerder gegeven uitleg over de rol van de FVO hierbij en mijn voornemen om de FVO en de Europese Commissie te informeren over deze problematiek.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Brief van de Commissie Economische zaken van de Tweede Kamer van 1 april 2014, inzake vragen t.b.v. het debat over paardenvlees, raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Kamerstuk 26 991, nr. 368

X Noot
5

Kamerstuk 33 835, nr. 1

X Noot
6

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 26 991, nr. 418

Naar boven