26 991 Voedselveiligheid

Nr. 308 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2011

De vaste kamercommissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft het kabinet verzocht om met een reactie te komen op het RIVM-onderzoek «aanwezigheid en risico’s van nanosilica in voedsel». Dit wetenschappelijke artikel is ook onderwerp geweest van de kamervragen door het Kamerlid Gesthuizen. De reactie van het kabinet op genoemde onderzoek blijkt mede uit de beantwoording van de kamervragen. In deze brief geven we een overzicht van de belangrijkste feiten uit het onderzoek en onze reactie.

Feiten uit het onderzoek

  • Een aantal levensmiddelen die het additief siliciumdioxide (E551) bevatten, blijkt deze stof deels in de vorm van nanodeeltjes te bevatten.

  • Op basis van de analyses en schattingen, kunnen mensen met voedsel per dag maximaal 124 mg silica in nanovorm binnenkrijgen.

  • Het is niet bekend of, en zo ja hoe nanosilicadeeltjes in het maagdarmkanaal van de mens worden geabsorbeerd en welke effecten ze in het lichaam veroorzaken.

    Als nanosilica wordt geabsorbeerd als opgelost silica, kan de risicobeoordeling worden gebaseerd op niet-nanosilica en is er geen reden tot zorg voor de gezondheid van de mens. Als nanosilicadeeltjes daarentegen worden geabsorbeerd, zijn toxiciteitsgegevens van nanosilica vereist.

  • Meer onderzoek naar blootstelling, kinetiek en toxiciteit van nanosilica en andere nanodeeltjes is dus nodig om de risicobeoordeling te verbeteren.

  • BuRO van de nVWA laat onderzoeken of nanosilicadeeltjes oplossen in de maag; resultaten worden begin 2011 verwacht. Vervolgens zal, indien de deeltjes niet oplossen, worden bestudeerd hoe de deeltjes worden opgenomen in het lichaam. Het verder ontwikkelen van analytische meetmethoden zal hierbij een belangrijk aandachtspunt zijn.

Kabinetsreactie

Het kabinet acht de op dit moment beschikbare informatie over het gedrag van nanosilica in het menselijk lichaam onvoldoende om een definitieve uitspraak te doen over de voedselveiligheid van nanosilica.

Het kabinet geeft van uit de voorzorggedachte prioriteit aan verder onderzoek op dit onderwerp in 2011, ook al zijn er nu geen concrete aanwijzingen dat nanosilica een risico vormt. Met een dergelijk onderzoek kan een vollediger risicobeoordeling van nanosilica mogelijk worden gemaakt als basis voor het voedselveiligheid oordeel van nanosilica.

Er zijn geen aanwijzingen dat het gebruik van silica als additief in voedingsmiddelen leidt tot schadelijke effecten op de volksgezondheid. Daarom vind ik het verbieden van de toevoeging van silica aan voedingsmiddelen op dit moment niet proportioneel.

De traceerbaarheid en melding van nanodeeltjes in voedsel is op dit moment in Europa aan de orde in het kader van de herziening van de etiketteringsverordening. Nederland steunt het opnemen van etiketteringsvoorschriften voor nanodeeltjes in voedsel. Dit zal de keuzevrijheid van de consument vergroten.

Ik zal uw kamer in de loop van 2011 informeren over de verdere voortgang van het onderzoek en van de Brusselse ontwikkelingen met betrekking tot etikettering.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers

Naar boven