26 991 Voedselveiligheid

Nr. 280 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij brief van 4 februari 2010 inzake over de stand van zaken rond veetransporten en in het bijzonder over het kwaliteitssysteem van Veetrans (2010Z01763/2010D06288).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 6 juli 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Atsma

De griffier van de commissie,

Dortmans

1

Wat is de stand van zaken met betrekking tot Veetrans en de eisen en waarborgen die dit systeem inhoudt?

Het systeem van Veetrans is eind januari 2010 na zorgvuldige beoordeling door de VWA goedgekeurd. Vanaf 1 februari 2010 is het systeem van kracht, inclusief alle eisen en waarborgen die dit systeem bevat.

2

Wat is de relatie met Dierwaardig Vervoer?

Het systeem van Veetrans heeft geen relatie met het kwaliteitssysteem Dierwaardig Vervoer. Het is een op zichzelf staand systeem.

3

Wat is de relatie met het rapport van het Project to Develop Animal Welfare Risk Assessment Guidelines on Transport van de EFSA (http://www.efsa.europa.eu/en/scdocs/scdoc/21e.htm )?

Er is geen relatie met het genoemde rapport van de EFSA. Het EFSA-rapport, dat dateert van november 2009, geeft de risico’s weer op welzijnsaantastingen voor alle belangrijke categorieën dieren die door Europa worden vervoerd. Het kwaliteitssysteem van Veetrans heeft betrekking op de Verordening (EG) Nr. 1/2005 inzake de bescherming van dieren tijdens transport.

4

Kunt u toelichting geven op de huidige en toekomstige certificeringssystemen betreffende de onafhankelijkheid van de controle (scheiding vergeven certificaat en controle op naleving), de wijze van opstellen dan wel aanscherpen van criteria en de organisatorische opzet betreffende aansturing, inspraak en bestuur?

Voor alle systemen is onafhankelijkheid van de controle en sanctionering een eerste vereiste. De controles zijn opgedragen aan daarvoor door de Raad voor Accreditatie erkende organisaties. In het geval van Veetrans betreft dat SGS. Dit bedrijf is een groot internationaal opererende certificerende organisatie. Het opstellen of aanscherpen van criteria gebeurt aan de hand van jaarlijkse evaluaties van de certificeerder door het bestuur van de kwaliteitssystemen. Voor de inhoudelijke vormgeving van het systeem heeft de organisatie een College van Deskundigen. Eventuele wijzigingen worden pas na goedkeuring door de VWA doorgevoerd. Het bestuur heeft geen invloed op de uitvoering van de controles en inspecties of het opleggen van sancties.

5

Kunt u toelichting geven op de manieren van monitoring door de overheid op de voortgang die er daadwerkelijk bereikt wordt met deze certificeringssystemen? De gegevens die hieruit voortkomen moeten immers aantonen dat het afschaffen van de klepcontroles gerechtvaardigd is.

De overheid, in casu de VWA en de AID (nu de nieuwe VWA), heeft een eigenstandige rol in toezicht en handhaving. Bij het internationale transport van dieren is altijd een dierenarts betrokken die de transporten certificeert en die, indien nodig, ook handhavend optreedt. De AID controleert onder meer op de weg. De VWA voert jaarlijks audits uit op de kwaliteitssystemen.

Ik heb onlangs een evaluatie laten uitvoeren naar de werking van Dierwaardig Vervoer en NBW-Q. Beide kwaliteitssystemen zijn nu zo’n twee jaar van kracht. Voor Veetrans is een dergelijk onderzoek nog te vroeg. De resultaten van deze evaluatie heeft u recent ontvangen.

6

Wat is de stand van zaken betreffende het gebruik van GPS bij veetransport: hoeveel wagens zijn hiermee uitgerust en hoeveel wagens zijn hier nog niet mee uitgerust? Wat wordt met de gegevens gedaan?

Volgens opgave van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) zijn er 900 geregistreerde wagens voor veetransporten, waarvan er 478 zijn uitgerust met GPS. De GPS-gegevens worden met regelmaat opgevraagd om de opgave van de reisjournaals te controleren.

Zeker als er vragen of twijfels bestaan over de juistheid van het journaal of de daadwerkelijk afgelegde reis, worden de gegevens gebruikt. Bij afwijkingen wordt opgetreden.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Atsma, J.J. (CDA), Fng voorzitter, Snijder-Hazelhoff, J.F. (VVD), Albayrak, N. (PvdA), Ormel, H.J. (CDA), Koopmans, G.P.J. (CDA), Samsom, D.M. (PvdA), Neppérus, H. (VVD), Jansen, P.F.C. (SP), Gerven, H.P.J. van (SP), Jacobi, L. (PvdA), Graus, D.J.G. (PVV), Zijlstra, H. (VVD), Thieme, M.L. (PvdD), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Elias, T.M.Ch. (VVD), Tongeren, L. van (GL), Gerbrands, K. (PVV), Dikkers, S.W. (PvdA), Vliet, R.A. van (PVV), Dijkgraaf, E. (SGP), Veldhoven-van der Meer, S. van (D66), El Fassed, A. (GL) en Verhoeven, K. (D66).

Plv. leden:

Koppejan, A.J. (CDA), Harbers, M.G.J. (VVD), Dam, M.H.P. Van (PvdA), Uitslag, A.S. (CDA), Smilde, M.C.A. (CDA), Eijsink, A.M.C. (PvdA), Lodders, W.J.H. (VVD), Bashir, F. (SP), Karabulut, S. (SP), Dekken, T.R. van (PvdA), Dijck, A.P.C. van (PVV), Broeke, J.H. ten (VVD), Ouwehand, E. (PvdD), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Gent, W. van (GL), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Monasch, J.S. (PvdA), Mos, R. de (PVV), Staaij, C.G. van der (SGP), Vacature D66, Braakhuis, B.A.M. (GL) en Vacature D66.

Naar boven