26 991
Voedselveiligheid

nr. 250
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2009

Tijdens het Algemene Overleg over het toezicht op de VWA van 17 december 2008 (26 991, nr. 245) heb ik toegezegd per brief een nadere toelichting te geven op de proportionaliteit van het sanctiebeleid van de VWA bij de handhaving van de regelgeving voor diertransporten. Met de onderhavige brief ontvangt u deze toelichting.

Handhavingsbeleid vóór 1 januari 2009

Het bestuurlijke handhavingsbeleid vóór 1 januari 2009 was voornamelijk gericht op overtredingen begaan door vervoerders. Na de derde overtreding in een bepaalde periode werd na het geven van twee waarschuwingen overgegaan tot schorsing of intrekking van de vervoersvergunning. Bij overtredingen waarbij sprake was van ernstig lijden kon de vervoersvergunning gelijk worden geschorst of ingetrokken.

Mede naar aanleiding van de bevindingen in het rapport «Onderzoek VWA-rapport «Modernisering activiteiten levende dieren en levende producten»» van de heer Hoekstra van maart 2008 en het rapport «Het functioneren van de Voedsel en Waren Autoriteit in de controle op slachthuizen en exportverzamelplaatsen» van de heer Vanthemsche van juni 2008 heb ik een aantal stappen genomen om het bestaande handhavingsinstrumentarium te verbeteren. Ten eerste is met de aanpassing van de beleidsregels dierenwelzijn de benutting van het bestuursrechtelijk instrumentarium verbeterd. Ten tweede wordt het bestuurlijk instrumentarium uitgebreid met de introductie van de bestuurlijke boete in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd).

Wijziging beleidsregels dierenwelzijn

De bestuurlijke aanpak van overtredingen van de transportregelgeving verschilt naargelang de ernst van de overtreding. Een onderverdeling is gemaakt in drie categorieën te weten, «geringe overtredingen»,«overtredingen» en «ernstige overtredingen».

Uitgangspunt van de bestuurlijke handhaving in de nieuwe beleidsregels is dat bij «geringe overtredingen» en «overtredingen» naleving van de transportregels zal worden afgedwongen door het opleggen van een last onder dwangsom. De hoogte van deze dwangsom is afgestemd op de ernst van de overtreding en neemt toe indien sprake is van recidive.

Bij geringe overtredingen, waarbij moet worden gedacht aan administratieve overtredingen welke het dierenwelzijn niet in gevaar hebben gebracht, wordt na hoogstens drie overtredingen een eerste waarschuwing gegeven. Na de tweede waarschuwingen wordt een dwangsom opgelegd. Deze bedraagt 3 000 Euro per overtreding, dan wel 3 000 Euro per week zolang de overtreding niet is beëindigd, met een maximum van 15 000 Euro. Indien het maximale bedrag van de opgelegde dwangsom (15 000 Euro) is verbeurd zal een dwangsom worden opgelegd van de hogere categorie. Deze bedraagt 5 000 Euro per overtreding of 5 000 Euro per week zolang de overtreding niet is beëindigd met een maximum van 25 000 Euro1. Een geringe overtreding zal derhalve niet leiden tot het schorsen van een vervoersvergunning maar wel tot het verbeuren van dwangsommen.

Voor de overtredingen, niet zijnde geringe of ernstige overtredingen, wordt na 2 waarschuwingen een last onder dwangsom opgelegd van 5 000 Euro per overtreding met een maximum van 25 000 Euro. Indien het maximale bedrag van de last onder dwangsom is verbeurd kan een hogere dwangsom worden opgelegd van 10 000 Euro per overtreding. In plaats van het opleggen van een hogere dwangsom kan worden gekozen voor het schorsen van de vergunning.

Bij ernstige overtredingen zal de vervoersvergunning, evenals onder de oude beleidsregels, gelijk kunnen worden geschorst en na herhaling worden ingetrokken. Tevens is het mogelijk bij ernstige overtredingen een last onder dwangsom op te leggen van 10 000 Euro per overtreding. Het opleggen van een dwangsom voor ernstige overtredingen biedt uitkomst in de situaties waarin de overtreder niet beschikt over een vervoersvergunning. Het betreft hier de gevallen waarin de overtreding de houder, de exploitant van het verzamelcentrum of een vervoerder die vervoert over kleine afstanden is aan te rekenen.

De eerdergenoemde categorieën «geringe overtreding», «overtreding» en «ernstige overtreding» zijn nader uitgewerkt in het op de website gepubliceerde specifieke interventiebeleid van de VWA. Hierbij is aan de proportionaliteit invulling gegeven door de deze indeling concreet uit te werken naargelang de aard en ernst van de overtreding en de hierbij gewenste interventie te benoemen.

Het vorenstaande laat onverlet dat in een concrete situatie of geval gemotiveerd van beleidsregels en interventiebeleid kan worden afgeweken en een interventie kan worden toegepast die het meest op de situatie is toegesneden.

Het nieuwe handhavingsbeleid is gericht op het aanspreken van alle partijen in de keten. Ook de boer of houder die de dieren laat vervoeren en de exploitant van het verzamelcentrum waar de dieren worden verzameld hebben plichten op grond van de transportverordening. Hierbij kan gedacht worden aan het voorkomen dat dieren die niet geschikt zijn voor het vervoer toch worden vervoerd en het laten laden en lossen van de dieren overeenkomstig de transportverordening. Met het instrument van de last onder dwangsom kan ook aan deze partijen een last onder dwangsom worden opgelegd indien zij deze plichten niet nakomen. Indien een chauffeur zich schuldig maakt aan overtredingen die het dierenwelzijn schaden zal het getuigschrift van de chauffeur kunnen worden ingetrokken. Deze bestaande mogelijkheid is nu ook expliciet uitgewerkt in de beleidsregels.

Voor de volledigheid wordt hier opgemerkt dat deze bestuursrechtelijke maatregelen een strafrechtelijk optreden onverlet laten indien hier aanleiding toe is.

Bestuurlijke boete

Naast het aanpassen van de beleidsregels dierenwelzijn heb ik tevens een wetsvoorstel ter aanpassing van de Gwwd opgesteld ten behoeve van de introductie van de bestuurlijke boete. Momenteel werk ik aan de nota naar aanleiding van het verslag van het op 19 december 2008 aan uw Kamer gestuurde wetsvoorstel (kamerstukken II 2008/09, 31 814, nr. 2). De bestuurlijke boete beschouw ik als een effectief extra instrument om de naleving te bevorderen en om slagvaardig te kunnen optreden tegen overtreders.

Proportionaliteit

De uitbreiding van het bestuurlijk instrumentarium leidt ertoe dat effectiever en evenwichtiger kan worden opgetreden. Met de introductie van de bestuurlijke boete en het gebruik van de last onder dwangsom kunnen sancties worden opgelegd welke in verhouding staan tot de ernst van de overtreding omdat de hoogte van het bedrag varieert naargelang de ernst en aard van de overtreding. Het aanspreken van de hele keten leidt er voorts toe dat de prikkel verdere overtredingen te voorkomen ook wordt neergelegd bij andere partijen dan enkel de transporteur. Ik ben van mening dat met vorengenoemde wijzigingen een effectiever en evenwichtiger sanctionering mogelijk is op overtredingen van de welzijnsregels bij het transport van dieren.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Het maximumbedrag kan in de beschikking waarmee de last onder dwangsom wordt opgelegd lager worden vastgesteld dan 15 000 of 25 000 Euro. Hiermee wordt bereikt dat bijvoorbeeld al na 3 overtredingen de totale dwangsom is verbeurd en een hogere dwangsom kan worden opgelegd.

Naar boven