26 991
Voedselveiligheid

nr. 102
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2004

1. Inleiding

Hierbij informeer ik u naar aanleiding van het verzoek van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de stand van zaken met betrekking tot het voorstel om de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) wettelijk vorm te geven.

Ook informeer ik u over de ontwikkeling van de VWA en de onderdelen daarvan.

2. Stand van zaken wetsvoorstel

Na de aankondiging tijdens het Algemeen Overleg van 13 november 2003 is met de voorbereiding voor een wetsvoorstel begonnen. Inmiddels is in nauwe samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een ontwerp voor een wetsvoorstel opgesteld, dat beoogt te verzekeren dat de VWA haar taken ten behoeve van op wetenschappelijke gegevens gebaseerde risicobeoordeling en onderzoek alsmede de daarmee verbonden advisering onafhankelijk kan uitoefenen. Ook is er overlegd met maatschappelijke organisaties.

Ik streef ernaar het wetsvoorstel kort na de zomer bij de Tweede Kamer in te dienen.

3. Stand van zaken organisatie VWA

De VWA bestaat momenteel uit een centrale eenheid en twee werkmaatschappijen, de VWA/Keuringsdienst van Waren en de VWA/Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees. Beide werkmaatschappijen zijn agentschap; de VWA als geheel is aangewezen als tijdelijk agentschap. Op 1 januari 2006 moet de volledige fusie van de drie organisatieonderdelen van de VWA een feit zijn. Per die datum zal de VWA eveneens als één agentschap acteren. Beheersmatig valt de VWA sinds juni 2003 onder het Ministerie van LNV. VWS blijft opdrachtgever van de VWA voor zover het gaat om de uitvoering van de VWS-wetgeving. Daarnaast ontleent de VWA rechtstreeks bevoegdheden aan de Gezondheidswet op het vlak van het Staatstoezicht op de volksgezondheid.

In het kader van de organisatieontwikkeling zal in 2005 op centraal niveau een apart bureau worden ingericht dat belast is met onafhankelijke, op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde risicobeoordeling.

Verder zullen centrale taken op het gebied van toezicht, risicocommunicatie en risicobeoordeling (voor zover niet vallend onder het wetsvoorstel) worden samengebracht in één geïntegreerde Directie Toezichtsbeleid, strategie en communicatie (werktitel).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Naar boven