26 977 (R 1644)
Wijziging van de Paspoortwet, onder andere in verband met het daarin opnemen van enige bepalingen ter voorkoming van misbruik van reisdocumenten

nr. 9
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 14 september 2000

Het voorstel van Rijkswet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I, onderdeel Ea, komt te luiden:

Ea

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

1. Iedere vreemdeling die ingevolge artikel 33 van de Vreemdelingenwet 2000 tot Nederland dan wel iedere vluchteling die als zodanig tot de Nederlandse Antillen of Aruba is toegelaten, heeft binnen de grenzen bij deze wet bepaald, recht op een reisdocument voor vluchtelingen, geldig voor vijf jaren.

2. Iedere vreemdeling die ingevolge artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 tot Nederland is toegelaten, heeft binnen de grenzen bij deze wet bepaald, recht op een reisdocument voor vluchtelingen, geldig voor ten minste een jaar en ten hoogste drie jaren.

Toelichting

In onderdeel Ea van artikel I van het wetsvoorstel, opgenomen bij nota van wijziging (nr. 7), werd in artikel 11 aanvankelijk verwezen naar de artikelen 26 en 31 van het wetsvoorstel inzake de Vreemdelingenwet 2000 (26 732). Bij de behandeling van dat wetsvoorstel in de Tweede Kamer zijn de desbetreffende artikelen evenwel vernummerd tot respectievelijk artikel 28 en artikel 33, waardoor de verwijzing naar deze artikelen niet meer klopt. Die omissie wordt met deze derde nota van wijziging hersteld.

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R. H. L. M. van Boxtel

Naar boven