nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke
ambtenaren in verband met de invoering van de functie van officier enkelvoudige
zittingen.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
22 december 1999
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om binnen
het openbaar ministerie de functie van officier enkelvoudige zittingen in
te voeren en daartoe de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie
rechterlijke ambtenaren te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de rechterlijke organisatie wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:
h. de officieren van justitie, de plaatsvervangende officieren van justitie,
de officieren enkelvoudige zittingen en de plaatsvervangende officieren enkelvoudige
zittingen bij de arrondissementsparketten en het landelijk parket;.
B
In de artikelen 5a en 125, onderdeel b, wordt telkens «de officieren
van justitie en de plaatsvervangende officieren van justitie» vervangen
door: de officieren van justitie, de plaatsvervangende officieren van justitie,
de officieren enkelvoudige zittingen en de plaatsvervangende officieren enkelvoudige
zittingen.
C
In artikel 126, eerste en tweede lid, wordt telkens «de officier
van justitie» vervangen door: de officier van justitie, de officier
enkelvoudige zittingen.
D
De artikelen 136 en 137 worden elk gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid worden, na verlettering van het oorspronkelijke onderdeel
c tot e, twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:
c. officieren enkelvoudige zittingen;
d. plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen;.
2. In het vijfde lid wordt «De officieren van justitie» vervangen
door: «De officieren van justitie en de officieren enkelvoudige zittingen»,
terwijl «plaatsvervangend officier van justitie» wordt vervangen
door: plaatsvervangend officier van justitie, onderscheidenlijk plaatsvervangend
officier enkelvoudige zittingen.
3. Een zevende lid wordt toegevoegd, luidende:
7. De officier enkelvoudige zittingen en de plaatsvervangende officier
enkelvoudige zittingen heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of
krachtens de wet aan de officier van justitie worden toegekend, met uitzondering
van de bevoegdheid om op te treden ter terechtzitting van een meervoudige
kamer van de arrondissementsrechtbank.
E
Artikel 140 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «de officieren van justitie en de plaatsvervangende
officieren van justitie» vervangen door: de officieren van justitie,
de plaatsvervangende officieren van justitie, de officieren enkelvoudige zittingen
en de plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen.
2. In het derde lid wordt «en de officieren van justitie»
vervangen door: , de officieren van justitie en de officieren enkelvoudige
zittingen.
3. In het vierde lid wordt «en de plaatsvervangende officieren van
justitie» vervangen door: , de plaatsvervangende officieren van justitie
en de plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen.
ARTIKEL II
De Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 5, eerste lid, en 6, eerste en vijfde lid, wordt telkens
«en plaatsvervangende officieren van justitie» vervangen door:
, plaatsvervangende officieren van justitie en plaatsvervangende officieren
enkelvoudige zittingen.
B
In artikel 7, eerste lid, komt categorie10 te luiden:
categorie 10: gerechtsauditeur, tevens raadsheer-plaatsvervanger in het
gerechtshof waarbij hij is aangesteld; gerechtsauditeur, tevens rechter-plaatsvervanger
in de arrondissementsrechtbank waarbij hij is aangesteld; substituut-officier;
officier enkelvoudige zittingen; senior-gerechtsauditeur;
C
Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «en plaatsvervangende officieren van
justitie» vervangen door: , plaatsvervangende officieren van justitie
en plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen.
2. In het tweede lid wordt «en plaatsvervangende officieren van
justitie» vervangen door: , plaatsvervangende officieren van justitie
en plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen.
3. In het derde lid wordt onderdeel d vervangen door onderdelen d en e,
luidende:
d. wordt een plaatsvervangend officier van justitie gelijkgesteld met
een substituut-officier of met een officier, door Onze Minister van Justitie
bij de aanwijzing te bepalen;
e. wordt een plaatsvervangend officier enkelvoudige zittingen gelijkgesteld
met een officier enkelvoudige zittingen of met een gerechtsauditeur, door
Onze Minister van Justitie bij de aanwijzing te bepalen.
ARTIKEL III
Op de plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen en de officieren
enkelvoudige zittingen die als zodanig zijn benoemd vóór het
tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is met ingang van de datum van
benoeming het recht van toepassing zoals dit ingevolge deze wet geldt.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,