26 956
Beleidsnota Rampenbestrijding 2000–2004

nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2000

In de beleidsnota Rampenbestrijding (kamerstukken 1999/2000, 26 956, nr. 2) heb ik u in het algemeen geïnformeerd over mijn beleidsvoornemens ten aanzien van het bevorderen van het oefenen door de brandweer en de rampbestrijdingsorganisatie. Het oefenen vormt een belangrijk onderdeel van de planmatige en gecoördineerde voorbereiding op de rampenbestrijding. Een goede voorbereiding is noodzakelijk om de gevolgen van een ramp adequaat te kunnen bestrijden.

Hieronder volgt een overzicht van de voorgenomen activiteiten die moeten leiden tot een verbetering van de kwaliteit van het oefenen van de brandweer en de rampbestrijdingsorganisatie. Ten aanzien van het begrip kwaliteit onderscheid ik de organisatie en de inhoud van het oefenen en de kwaliteitszorg van het geheel. Het oefenbeleid omvat zowel het monodisciplinair oefenen door de brandweer als het multidisciplinair en bestuurlijk oefenen door de diverse partners in de rampenbestrijding.

Leidraad Oefenen Brandweer

Het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra) heeft op mijn verzoek de Leidraad Oefenen ontwikkeld die kan dienen als praktisch hulpmiddel voor brandweerkorpsen om de monodisciplinaire geoefendheid op peil te houden. De leidraad biedt tevens een kader dat zowel de brandweerfunctionaris als de korpsleiding en de gemeente inzicht geeft in de mate waarin de brandweer op zijn taken is voorbereid. Op basis van alle bij het verzorgingsgebied behorende taken van de brandweer kan bepaald worden welke onderwerpen geoefend moeten worden. De leidraad bevat een systematiek aan de hand waarvan een jaarplanning kan worden gemaakt waarin alle taken in voldoende mate worden beoefend. De in de leidraad beschreven systematiek voor de organisatie van oefeningen biedt een eenduidig kader voor de opzet en uitvoering van de oefeningen en de beoordeling en registratie van de oefenresultaten. Na de zomer organiseert het Nibra een cursus voor oefencoördinatoren en oefenleiders teneinde hen met deze oefensystematiek vertrouwd te maken. De leidraad bevat ruim 300 oefenkaarten waarop per onderwerp het doel, de ingangseisen, de globale inhoud en de beoordelingscriteria van de oefening beschreven staan.

Het Nibra heeft daarnaast in samenwerking met een aantal brandweerkorpsen een monodisciplinaire oefenbank samengesteld waarin kwalitatief hoogwaardige uitgewerkte oefeningen behorende bij de oefenkaarten bijeen zijn gebracht.

De mogelijkheid om bij gebruik van de leidraad, zowel het beleid, de jaarplanning, de organisatie van de oefeningen en de oefeningen zelf aan te passen, waarborgt de kwaliteit van het oefenen. De leidraad is inmiddels aan het brandweerveld aangeboden. Ter informatie bied ik u hierbij de handleiding van de leidraad aan, waarin de hoofdpunten van het beleid ten aanzien van oefenen bij de brandweer vermeld staan1.

Oefenmodule Waterschap

Deze publicatie, een initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Unie van Waterschappen, heeft tot doel de voorbereiding op het bestrijden van «natte rampen» in Nederland te verbeteren.

De Oefenmodule, waarin vijftien oefeningen worden beschreven in termen van uitgangspunten, enscenering en uitvoering, is reeds ter kennis gebracht aan het rijk, provincies, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, waterschappen, geneeskundige sector, brandweer, politie en Defensie, teneinde multidisciplinair oefenen te bevorderen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal de implementatie van de oefenmodule waar mogelijk gaan ondersteunen.

Nadere activiteiten gericht op de organisatie van oefenen

Multidisciplinaire pools van oefenontwikkelaars en oefenleiders

De oprichting van één landelijke, of meerdere provinciale of regionale pools van oefenontwikkelaars en/-leiders kan de kwaliteit, kwantiteit en efficiency van bestuurlijke en multidisciplinaire oefeningen bevorderen. Na een behoefte-inventarisatie zal de organisatie worden ingevuld samen met oefenontwikkelaars en/of -leiders uit de vier disciplines: brandweer, geneeskundige sector, politie en gemeente. Indien nodig worden aanvullende opleidingen met betrekking tot multidisciplinair en bestuurlijk oefenen voor oefenontwikkelaars en -leiders ontwikkeld.

Oefenen gemeentelijke actiecentra

Gemeentelijke actiecentra hebben een belangrijke operationele taak binnen de rampenbestrijdingsorganisatie (bijvoorbeeld ten aanzien van de deelplannen voorlichting, opvang en verzorging en registratie van slachtoffers).

Het actiecentrum is de plaats van waaruit een dienst of organisatie(onderdeel) de eigen bijdrage aan de rampenbestrijding regelt. Hierbij valt te denken aan de gemeentelijke sociale dienst, de afdeling bestuurszaken en de afdeling openbare werken. Actiecentra zijn primair gevestigd bij de eigen dienst of organisatie.

Omdat het uitwerken en beoefenen van deelplannen een gemeentelijke verantwoordelijkheid is, zal in overleg met de VNG worden onderzocht hoe gemeenten hierin kunnen worden ondersteund.

Oefenverplichting luchtvaartterreinen

Een algemene maatregel van bestuur (AMvB) wordt voorbereid op grond waarvan het college van burgemeester en wethouders verplicht wordt om tenminste één maal per twee jaar een multidisciplinaire stafoefening en één maal per vier jaar een multidisciplinaire oefening van staf en operationele eenheden te verzorgen voor vliegtuigongevallen op luchtvaartterreinen. Deze AMvB zal naar verwachting op 1 januari 2001 in werking treden.

Toetsing regionale beheersplannen

In de beleidsnota is reeds aangekondigd dat de regionale besturen voor 2003 dienen te komen tot een beheersplan rampenbestrijding. Het beheersplan moet onder meer afspraken bevatten over multidisciplinair en bestuurlijk oefenen. Zoals aangegeven in de beleidsnota zal de Commissaris van de Koningin deze beheersplannen toetsen. Op basis van deze plannen zullen de provincies tevens aan mij rapporteren over onder andere het oefenbeleid van de gemeenten en de uitvoering daarvan. Middels periodieke toetsing en rapportage door de Commissaris van de Koningin wordt inzicht verkregen in de kwantiteit en kwaliteit van oefenen. Over de nadere uitwerking van deze taken zal ik u binnenkort afzonderlijk informeren.

Nadere activiteiten gericht op de inhoud van oefenen

Oefenen met ICT-hulpmiddelen bij de brandweer

Teneinde de kwaliteit van de monodisciplinaire oefeningen verder te vergroten, heeft mijn ambtsvoorganger, minister Dijkstal, in 1998 aan het Nibra opdracht gegeven in kaart te brengen welke bijdrage nieuwe technologieën op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (zoals virtueel oefenen) kunnen leveren aan de kwaliteit van opleiding en oefening bij de brandweer. De rapportage over dit onderzoek verwacht ik dit najaar.

Visiedocument computerondersteund bestuurlijk en multidisciplinair oefenen

Om de voorbereidingstijd van het bestuurlijk en multidisciplinair oefenproces te bekorten en de kwaliteit van complexe besluitvormingsoefeningen te bevorderen, is er mogelijk behoefte aan ondersteuning door moderne hulpmiddelen zoals computerondersteund oefenen. Op dit moment wordt een visie ontwikkeld om deze manier van oefenen te introduceren in de rampenbestrijding.

Oefensysteem Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen (GHOR)

Naar aanleiding van de Nederlandse deelname aan het Europese project «Disaster Medicine», worden momenteel concrete stappen ondernomen om een oefensysteem voor de geneeskundige keten aan te schaffen en te implementeren. Dit systeem is ontwikkeld door de universiteit van Linköping (Zweden). Organisatieonderdelen van de geneeskundige hulpverleningsketen kunnen met dit zeer praktische oefensysteem worden geoefend in samenwerking en coördinatie. Ook buurlanden als Duitsland hebben dit systeem reeds aangeschaft, en het kan dan ook bij grensoverschrijdende oefeningen van groot nut zijn.

Oefenen op oefencentra

De Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding heeft dit voorjaar een onderzoek afgerond naar realistisch oefenen op oefencentra, met de nadruk op het oefenen van binnenbrand. Dit rapport zond ik u op 10 april jl. toe (kamerstukken 1999/2000 II, 26 800, VII, nr. 38); het is inmiddels aan het brandweerveld aangeboden. Mijn streven is er op gericht dat ieder korps binnen 60 minuten een oefencentrum kan bereiken dat voldoende is toegerust om ook ervaren brandweermensen goed te kunnen laten oefenen in het bestrijden van binnenbranden. Ik zal laten onderzoeken of commerciële bedrijven bereid zijn in nieuwe oefencentra te investeren en, zo ja, onder welke voorwaarden. Onlangs heb ik het College van Commandanten van Regionale Brandweren (CCRB) en de Nederlandse Vereniging van BrandweerKorpsen (NVBK) om een gezamenlijk advies gevraagd over de te nemen stappen teneinde de capaciteit van de oefencentra te vergroten en de kwaliteit te verhogen. De in het rapport genoemde aanbeveling om binnenbrand minimaal één keer per half jaar te oefenen is overigens in de Leidraad Oefenen overgenomen. Tevens zal gekeken worden naar het realiseren van oefenlocaties voor multidisciplinaire oefeningen rampenbestrijding.

Oefenbank multidisciplinaire en bestuurlijke oefeningen

Parallel aan de reeds bestaande oefenbank voor monodisciplinaire brandweeroefeningen (zie Leidraad Oefenen) wordt een oefenbank ontwikkeld voor multidisciplinaire en bestuurlijke oefeningen. Deze database zal beproefde oefeningen bevatten die beschikbaar zijn gesteld door en voor de partners in de rampenbestrijding. Naast de ontwikkeling van deze databank zullen voorzieningen worden getroffen voor het beheer daarvan.

Checklist landgrensoverschrijdend multidisciplinair oefenen

Het landgrensoverschrijdend multidisciplinair oefenen zal gefaciliteerd worden door het, in samenwerking met enkele regio's, houden van enkele pilot-oefeningen. Op basis van deze ervaringen zal een checklist opgesteld worden met aandachtspunten voor het ontwikkelen en uitvoeren van landsgrensoverschrijdende multidisciplinaire oefeningen ten behoeve van alle grensregio's.

Oefenprijs

Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg met de Kamer op 27 oktober 1999 zal ik een oefenprijs instellen om het multidisciplinair en bestuurlijk oefenen te bevorderen. Deze prijs zal jaarlijks worden uitgereikt met het doel de ontwikkeling van goede multidisciplinaire en bestuurlijke oefeningen en nieuwe oefenmethodieken te belonen en te stimuleren. Voorafgaand aan de toekenning van de prijs zal ik mij laten adviseren door een jury samengesteld uit deskundigen uit zowel het operationele als bestuurlijke veld.

Nadere activiteiten gericht op de kwaliteitszorg van oefenen

Ontwikkelen van kwaliteitscriteria en monitoring- en toetsingssysteem oefenen

Op basis van het in de beleidsnota genoemde systeem voor monitoring, rapportage en toetsing worden door de partners in de rampenbestrijding kwaliteitscriteria voor het aspect oefenen ontwikkeld.

Afstemming activiteiten bestuurlijk en multidisciplinair oefenen

Ik constateer een belangrijke onderlinge samenhang tussen de diverse activiteiten ter bevordering van de kwaliteit van bestuurlijk en multidisciplinair oefenen. Om de afstemming van deze activiteiten te waarborgen zal ik een werkgroep instellen. Deze werkgroep zal het onlangs opgerichte Landelijk Beraad Rampenbestrijding (LBRB) periodiek informeren over de voortgang.

Voor de start van bovengenoemde activiteiten is dit jaar een bedrag van 3 miljoen gulden gereserveerd. Dit bedrag is een gedeelte van de incidentele versterkingsbijdrage voor de rampenbestrijding ter grootte van tien miljoen gulden. Hierover bent u in de voorjaarsnota geïnformeerd. Daarnaast zal ik de komende jaren structureel 5 miljoen gulden bestemmen voor opleiden en oefenen, waaronder de implementatie en toepassing van bovengenoemde ontwikkelingen. Hierover heb ik u in de begroting 2001 geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven