26 956
Beleidsnota Rampenbestrijding 2000–2004

nr. 42
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2006

1. Inleiding

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft om een reactie gevraagd op het rapport, dat door de TU-Delft in opdracht van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) is opgesteld. In het rapport van de TU-Delft zijn vijftig deskundigen gehoord over de brand-veiligheidscultuur bij de brandweer. Op 16 mei 2006 is door het Algemeen Dagblad bericht over het genoemde rapport. In deze brief wordt de context toegelicht waarbinnen het onderzoek is uitgevoerd, wordt vervolgens ingegaan op de resultaten van het onderzoek en worden tenslotte de reeds ondernomen acties besproken.

2. Het onderzoek

De IOOV wil onderzoeken uitvoeren die bijdragen aan het beter functioneren van brandweer, politie en rampenbestrijdingsorganisatie. Het gebruik maken van een risicoanalyse is een methode om te bepalen welke onderzoeken uitgevoerd moeten worden. De TU-Delft heeft door middel van het houden van 3 elektronisch ondersteunde vergaderingen, de zogenoemde Group Decision Room sessies, inzicht verworven in de problemen, knelpunten en risico’s die de brandweer en brandweerzorg bedreigen. Bij de gehanteerde methodiek is overigens door de IOOV opgemerkt: «De resultaten van de risicoanalyse gaan scherp in op de knelpunten binnen het brandweerveld. Zaken die goed gaan blijven hierdoor buiten beschouwing. Dit is eigen aan de gebruikte methodiek. De experts zijn aangemoedigd om de bedreigingen voor de brandweer scherp te formuleren, zonder nuancering, met als doel de kern van deze bedreigingen helder te krijgen.»

3. De resultaten van het onderzoek

De knelpunten en afbreukrisico’s die uit de risicoanalyse volgen zijn herkenbaar en ook in eerdere onderzoeken en bevindingen aan het licht gekomen. Ik verwijs u hiervoor onder andere naar mijn eerder aan u gezonden brieven met betrekking tot Kwaliteit brandweerpersoneel1 en Veiligheidsbewustzijn2, maar met name naar de onderbouwing van de te verwachten opbrengsten van de ontwikkeling van de veiligheidsregio’s, waarbij in dit kader vooral de verdere regionalisering van de brandweer van belang is.

Samenvattend lees ik uit de genoemde knelpunten en afbreukrisico’s een noodzaak tot verdere professionalisering van de sector. Daarbij gaat het zowel om de institutionele als de personele invalshoek.

4. Acties

Veiligheidsregio, verdere regionalisering van de brandweer (institutioneel)

Door een verdere regionalisering van de brandweer wordt onder andere beoogd schaalvoordelen te behalen die bijvoorbeeld mogelijk maken dat het lerend en het innoverend vermogen van de sector, beiden genoemd als knelpunt en afbreukrisico, beter gewaarborgd worden. Ook het MD-beleid binnen de brandweer zal als gevolg van de schaalvergroting beter vorm kunnen krijgen. Maar ook deskundigheidsbevordering en specialisatie zijn gediend bij een brandweerorganisatie op grotere leest. Daarnaast is het huidige brandweerbestel ook als zodanig genoemd als één van de knelpunten en afbreukrisico’s. Ik ben met de vorming van de veiligheidsregio’s actief bezig om het brandweerbestel zodanig te wijzigen dat de geformuleerde bezwaren tegen het huidige bestel weggenomen worden.

Wijziging van de Brandweerwet 1985 en het Besluit brandweerpersoneel (personeel)

Dit traject is inmiddels ingezet. De kern van de wijziging is dat er, naast de bestaande regels voor instroom, opleidingen en examinering, wettelijke regels voor het oefenen en bijscholen van brandweermensen komen. Zo wordt ervoor gezorgd dat brandweermensen niet alleen vakbekwaam zijn, maar vooral ook blijven. De functie-eisen worden niet langer bepaald naar rang, maar naar functie. Als onderdeel hiervan worden, onder leiding van de VNG, de normen opgesteld voor oefenen en bijscholen waaraan het brandweerpersoneel moet voldoen. Het wijzigingsvoorstel voor de Brandweerwet 1985 ligt nu bij de Raad van State.

Naast het traject wijziging Brandweerwet 1985 en Besluit brandweerpersoneel is er een aantal concrete acties ondernomen gericht op de verbetering van de kwaliteit van het brandweerpersoneel. Zo heeft het Nibra, in opdracht van BZK de Leidraad oefenen geactualiseerd. Deze leidraad vormt de basis van een jaarlijkse oefencyclus om de werkgevers te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor geoefend personeel. In december 2006 zal de Leidraad geheel geactualiseerd zijn en aan de korpsen worden aangeboden.

Daarnaast verricht het Nibra meerjarige onderzoeken die als onderliggend doel hebben de kwaliteit van brandweer en rampenbestrijding in Nederland te verhogen, alsmede de fysieke veiligheid verder te verbeteren. Een belangrijk thema betreft hier Simulatie. Het onderzoeksprogramma Simulatie richt zich op de verhoging van het kennisniveau van het brandweerveld in Nederland op het gebied van (brand)simulatie. Het programma wordt zichtbaar voor het veld door middel van onder meer toepassingsgerichte opleiding (brand)simulatie, informatiebijeenkomsten en publicaties op het gebied van modellering. Het complete onderzoek is afgerond in 2008.

Tot slot heeft het Nibra de opdracht gekregen bijscholingscursussen te ontwikkelen voor bevelvoerders en officieren met als thema veiligheidsbewustzijn. De bijscholingscursus voor bevelvoerders is reeds ontwikkeld en zal vanaf de tweede helft 2006 van start gegaan. Op dit moment worden de instructeurs voorbereid om de bijscholing te kunnen geven. De bijscholingscursus voor de officieren is op dit moment in voorbereiding. De leermiddelen zullen in september 2006 gereed zijn.

5. Tot slot

De verantwoordelijkheid voor de brandweerzorg in zowel institutionele zin als personele zin is een gedeelde verantwoordelijkheid van de minister van BZK, de werkgevers, de besturen en de beroepsgroep. Een ieder moet vanuit zijn verantwoordelijkheid bijdragen aan die brandweerzorg. Ik kan vanuit mijn verantwoordelijkheid kaders stellen en stimulerend optreden. De hierboven aangegeven beleidsinitiatieven dienen hiertoe.

Op korte termijn zullen u, om bovenstaande ook wettelijk vast te leggen, bereiken een wetsvoorstel zoals aangekondigd in het kabinetsstandpunt veiligheidsregio’s en een wetsvoorstel tot wijziging van de Brandweerwet 1985 zoals hierboven aangegeven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 26 956, nr. 22.

XNoot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 26 956, nr. 30.

Naar boven