26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding

Nr. 145 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2013

Hiermee beantwoord ik het verzoek van mevrouw Van Tongeren (GroenLinks) om uw Kamer te informeren over de situatie bij tankopslagbedrijf Odfjell.

Rechtszaak

Er is gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de rechtszaak naar aanleiding van de butaangasontsnapping. In augustus 2011 is in een korte periode circa 200 ton butaan ontsnapt. Dit voorval is door Odfjell niet tijdig bij het bevoegd gezag gemeld.

Er loopt op dit moment een strafzaak. Op 6 december 2012 is daarvoor een regiezitting geweest. Het Openbaar Ministerie doet geen mededelingen over strafzaken zolang de zaak onder de rechter is.

Daarnaast is de DCMR, namens de provincie Zuid-Holland, ook een bestuursrechtelijk handhavingstraject gestart. In april 2012 is voor de butaangasontsnapping en een ander incident in januari 2012 een last onder dwangsom opgelegd. Daarin is het bedrijf opgelegd dat het pas weer mag butaniseren, nadat onderzocht is hoe het incident heeft kunnen gebeuren en er passende maatregelen zijn uitgevoerd om een nieuwe butaangasontsnapping te voorkomen.

Het incidentonderzoek is inmiddels door Odfjell opgeleverd aan de DCMR. Op dit moment wordt het door het bedrijf voorgestelde maatregelenpakket door de DCMR beoordeeld. Al die tijd mag Odfjell niet butaniseren zodat er geen butaangas kan ontsnappen.

Onderzoeksraad voor de Veiligheid

De Onderzoeksraad voor de Veiligheid doet op dit moment onderzoek naar de algehele situatie bij Odfjell, waarbij ook gekeken wordt naar de vergunningverlening en handhaving. De Onderzoeksraad beoogt het eindrapport voor het zomerreces te publiceren.

Klokkenluiders

Het voorval met de butaangasontsnapping is door een klokkenluider binnen het bedrijf naar buiten gebracht. De heer Jansen (SP) heeft vorig jaar gevraagd hoe het gesteld is met de bescherming van klokkenluiders. In antwoord daarop heeft mijn voorganger aangegeven dat er geen wettelijke verplichting voor het bedrijf bestaat om dat te regelen.

Aanvullend hierop nog het volgende. De regels met betrekking tot klokkenluiden, in relatie tot goed werkgever en -nemerschap, zijn opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. Een zorgvuldig meldende werknemer kan zich, ter bescherming, tegenover de werkgever beroepen op goed werkgeverschap.

Er bestaat geen wettelijke verplichting voor het bedrijf om te regelen hoe hier vervolgens, op ondernemingsniveau, mee wordt omgegaan. Het is niet bekend of Odfjell hiervoor, in het kader van zelfregulering, een regeling heeft opgesteld. Indien ons rechtstreeks informatie door klokkenluiders wordt aangereikt wordt er zorgvuldig mee omgegaan en wordt deze informatie gecontroleerd op relevantie en juistheid.

In de Arbeidsomstandighedenwet worden de werknemers die een klacht of aangifte doen over zaken die deze wet of onderliggende besluiten (onder andere het Besluit risico’s zware ongevallen 1999) aangaan door die wet beschermd. De Inspectie SZW is verplicht om de identiteit van die werknemers geheim te houden. Daarnaast is het voor klokkenluiders ook mogelijk om anoniem te klagen bij de Inspectie SZW of via Meld Misdaad Anoniem.

Tot slot

Met de commissie zie ik dat er keer op keer zaken niet op orde zijn. Als gevolg van de problemen ten aanzien van ongemelde gasemissies en oude blusleidingen staat het bedrijf onder verscherpt toezicht van de BRZO-toezichthouders Milieudienst DCMR, de Veiligheidsregio Rotterdam en de Inspectie SZW. Mede naar aanleiding daarvan zijn door het bedrijf op 10 januari 2013 processen stil gelegd. Bedrijfsonderdelen worden pas weer opgestart zodra ze aan de milieu en veiligheidseisen voldoen.

Naar aanleiding van de stroomstoring op 10 januari 2013 heeft het ILT-domein Scheepvaart onlangs een rapportage gemaakt. De conclusie is dat op geen moment de veiligheid in gevaar is geweest vanwege die stroomstoring en dat bij Odfjell is gehandeld conform de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven