26 949
Verlenging van de werkingsduur van het Sanctiebesluit Irak 1997

nr. 8
MOTIE VAN HET LID M.B. VOS

Voorgesteld 6 september 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat de toestand waarin het Iraakse volk zich bevindt als gevolg van de sancties, dramatisch is;

overwegende, dat volgens UNICEF sinds de invoering van de sancties meer dan een half miljoen kinderen zijn overleden;

van mening, dat de sancties de burgerbevolking treffen en niet het Iraakse regime;

van mening, dat Nederland als lid van de VN Veiligheidsraad en voorzitter van de Irak Sanctie Commissie naar wegen moet zoeken om de impasse tussen de Verenigde Naties en Irak te doorbreken;

verzoekt de regering in de VN Veiligheidsraad aan te dringen op de opheffing van de economische sancties tegen Irak, met uitzondering van het wapenembargo, en te pleiten voor het instellen van slimme sancties, gericht op het regime, als drukmiddel voor de toelating van UNMOVIC,

en gaat over tot de orde van de dag.

M. B. Vos

Naar boven