26 949
Verlenging van de werkingsduur van het Sanctiebesluit Irak 1997

nr. 10
GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN MARIJNISSEN EN M.B. VOS, TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 6

Voorgesteld 12 september 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het embargo tegen Irak de burgerbevolking treft, zonder dat in de afgelopen jaren het Iraakse regime, dat als aanstichter van het conflict er de zwaarste verantwoordelijkheid voor draagt, verzwakt is;

overwegende, dat volgens Unicef sinds de invoering van de sancties tien jaar geleden, naar schatting tussen een half en anderhalf miljoen mensen zijn overleden;

overwegende, dat de internationale gemeenschap waakzaam dient te blijven ten aanzien van het Iraakse bewind en dat Irak onverminderd verplicht is VN wapeninspecties toe te staan, en tevens een allesomvattende politieke oplossing voor het conflict met Irak bepleit;

verzoekt de regering er in EU- en VN-kader voor te pleiten dat een toezegging van Irak om mee te werken aan de VN-resoluties onverwijld wordt gevolgd door een afkondiging van de opheffing van het economische embargo tegen Irak met uitzondering van het wapenembargo, en voor het instellen van slimme sancties tegen het regime zelf;

en gaat over tot de orde van de dag.

Marijnissen

M. B. Vos

Naar boven