nr. 9
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 5 december 2000
Artikel I van het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt.
A
Na onderdeel 1 worden twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:
1a. In artikel 2b wordt na het eerste lid, onder vernummering van het
bestaande tweede lid tot het derde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2. Indien een in artikel 2, eerste lid, bedoeld belang of internationale
afspraak zulks naar Ons oordeel vereist, kunnen bij algemene maatregel van
bestuur regelen worden gesteld met betrekking tot het doen van kennisgevingen
in verband met het doen uitgaan van de goederen, bedoeld in artikel 2a, vijfde
lid.
1b. In artikel 11, eerste lid, wordt «2b, tweede lid,» telkens
vervangen door: 2b, derde lid,.
B
Na onderdeel 2 wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
3. In artikel 18 wordt «artikel 2b» vervangen door: artikel
2b, eerste lid,.
Toelichting
Tijdens de behandeling in eerste termijn van het wetsvoorstel in de Tweede
Kamer is door een aantal fracties gevraagd om het invoeren van een meldplicht
inzake de doorvoer van strategische goederen (Handelingen II 2000/2001, blz.
196–206). Deze meldplicht zou moeten gelden naast de voorziene combinatie
van een algemene vergunningplicht voor de zogenaamde langzame doorvoer en
de mogelijkheid ad hoc een vergunningplicht in het leven te roepen voor de
overige doorvoer van strategische goederen. De meldplicht zal met name van
nut kunnen zijn voor het beantwoorden van de vraag of ad hoc een vergunningplicht
zal worden opgelegd. Voor het opleggen van een meldplicht in die gevallen
waarin (nog) geen vergunningplicht voor de doorvoer bestaat, bestond nog geen basis in de In- en uitvoerwet. Deze tweede nota van wijziging
voorziet daarin, door een nieuw tweede lid van deze strekking toe te voegen
aan artikel 2b. De situaties waarin deze meldplicht zal worden opgelegd en
de strategische goederen met betrekking waartoe deze zak gaan gelden, zullen
nader worden uitgewerkt in het Inen uitvoerbesluit strategische goederen.
Mijn voornemens in dit verband staan in mijn brief van 23 november 2000 (Kamerstukken
II 2000/2001, 26 948, nr. 8).
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
G. Ybema