26 948
Wijziging van de In- en uitvoerwet en de Wet wapens en munitie (wederuitvoer van strategische goederen)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de In- en uitvoerwet en de Wet wapens en munitie (wederuitvoer van strategische goederen).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

13 december 1999

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het belang van de internationale rechtsorde en van de uitwendige veiligheid van het land in de In- en uitvoerwet de regeling inzake de wederuitvoer op het gebied van strategische goederen uit te breiden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 2a van de In- en uitvoerwet wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel b van het eerste lid vervalt: , nadat zij onder de douaneregeling actieve veredeling dan wel tijdelijke invoer zijn geplaatst,.

2. Na het derde lid wordt, onder vernummering van het bestaande vierde tot en met zesde lid tot vijfde tot en met zevende lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:

4. Met betrekking tot goederen:

a. ten aanzien van welker uitvoer in een invoer- of uitvoerbesluit regelen worden gesteld,

b. die behoren tot een in dat besluit aangegeven categorie van strategische goederen en

c. waarvoor op grond van het bij of krachtens dit artikel bepaalde geen verbod op de wederuitvoer zonder vergunning van Onze Minister van Economische Zaken geldt, kan Onze voornoemde minister, indien het belang van de internationale rechtsorde of een daarop betrekking hebbende internationale afspraak of van de uitwendige veiligheid van het land dat vereist, bij beschikking bepalen dat de wederuitvoer van die goederen als bedoeld in artikel 182 van het Communautair douanewetboek zonder vergunning is verboden.

3. In het zesde lid (nieuw) wordt «Het vierde lid» vervangen door: Het vijfde lid.

ARTIKEL II

De Wet wapens en munitie wordt gewijzigd als volgt:

1. In artikel 1, onderdeel 7°, wordt na «Nederland» ingevoegd: met als bestemming een andere lidstaat van de Europese Unie.

2. Het tweede lid van artikel 16 komt te luiden:

2. In alle overige gevallen wordt een consent verleend door de Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in- en uitvoer.

3. Het tweede en derde lid van artikel 20 komen te luiden:

2. Een consent tot uitgaan wordt geweigerd indien niet uit een door de aanvrager over te leggen bewijsstuk blijkt of niet uit anderen hoofde bekend is dat de bevoegde autoriteiten van het land van bestemming geen bedenkingen hebben tegen de aanwezigheid van de wapens of munitie op hun grondgebied.

3. Van een consent tot uitgaan wordt door de Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in- en uitvoer mededeling gedaan aan de lidstaat van de Europese Unie die het land van bestemming of van doorvoer is.

4. In artikel 38, tweede lid, wordt na «de korpschefs» ingevoegd: en de Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in- en uitvoer.

ARTIKEL III

Artikel 1 van de Wet op de economische delicten wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel 1° wordt in de zinsnede met betrekking tot de In- en uitvoerwet «2a, eerste en derde lid,» vervangen door: 2a, eerste, derde en vierde lid,.

2. In onderdeel 2° wordt in de zinsnede met betrekking tot de In- en uitvoerwet «2a, eerste en derde lid,» vervangen door: 2a, eerste, derde en zevende lid,.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

De Minister van Justitie,

Naar boven