26 932
Vaststelling van afdeling 7.4.6 van het Burgerlijk Wetboek (huur van bedrijfsruimte)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 16 oktober 2000

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel I worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In artikel 290 lid 3 worden de woorden «gelet op de bestemming, afhankelijke woning». vervangen door: mede gelet op de bestemming van die bedrijfsruimte, afhankelijke woning.

2. In artikel 291 lid 2 wordt in de eerste zin «kantonrechter» vervangen door «rechter» en wordt de laatste zin vervangen door: Bevoegd is de rechter in wiens rechtsgebied de bedrijfsruimte is gelegen.

3. In artikel 293 lid 1worden de woorden «langer is dan» vervangen door: langer dan. In het tweede lid wordt «exploit» vervangen door: exploot.

4. Artikel 295 lid 1 wordt vervangen door:

1. Een opgezegde huurovereenkomst blijft, tenzij de huurder de overeenkomst heeft opgezegd of na de opzegging door de verhuurder schriftelijk in de beëindiging ervan heeft toegestemd, na de dag waartegen rechtsgeldig is opgezegd van rechtswege van kracht, tot de rechter onherroepelijk heeft beslist op een vordering van de verhuurder als in lid 2 bedoeld. De rechter kan evenwel, indien het verweer van de huurder hem kennelijk ongegrond voorkomt, zijn toewijzend vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5. In artikel 296 lid 1 wordt «lid 2» vervangen door: lid 1. Voorts wordt aan het slot van onderdeel b een nieuwe zin toegevoegd, luidende: Onder duurzaam gebruik wordt niet begrepen vervreemding van de bedrijfsruimte, maar wel renovatie van de bedrijfsruimte die zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is.

6. In artikel 296 lid 2 vervallen de eerste twee zinnen. Voorts wordt «verhuurder die» vervangen door: verhuurder en hij. Na «pleegkind» wordt een komma geplaatst. Tenslotte wordt aan het slot van lid 2 toegevoegd de volgende zin: Onder pleegkind wordt verstaan degene die duurzaam als eigen kind is verzorgd en opgevoed.

7. In artikel 301 lid 3 wordt de punt aan het slot vervangen door: , dan wel een daarvan afwijkende overeenkomst, mits de in artikel 291 bedoelde goedkeuring is verzocht voor het verstrijken van de termijn van twee jaar.

8. In artikel 308 lid 1 wordt achter de woorden «gewezen huurder» telkens toegevoegd: of de onderhuurder aan wie bevoegdelijk is onderverhuurd,.

In artikel II worden de volgende wijzigingen aangebracht:

9. In artikel 230a lid 1 wordt in de eerste zin «kantonrechter» vervangen door «rechter» en wordt de slotzin vervangen door: Bevoegd is de rechter in wiens rechtsgebied de onroerende zaak is gelegen.

10. In artikel 230a lid 2 wordt «bewilligd» vervangen door: toegestemd. Voorts wordt na de woorden «veroordeeld is» ingevoegd: tot ontruiming.

11. In artikel 230a leden 6 en 7 wordt «kantonrechter» vervangen door: rechter.

Naar boven