26 900
Defensienota 2000

nr. 50
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2002

Inleiding

In de Defensienota-2000 (DN-2000) is aangekondigd dat de grondgebonden luchtverdediging (GLVD) van de Koninklijke landmacht en Koninklijke luchtmacht wordt samengevoegd en ondergebracht op de luchtmachtbasis De Peel. Tevens kondigde de DN-2000 de oprichting aan van een gezamenlijke luchtverdedigingsschool – inmiddels «Joint Air Defence School «(JADS) genoemd – en een «Joint Air Defense Centre» (JADC). Met mijn brief van 18 oktober 2001 (Kamerstuk 26 900, nr. 41) stuurde ik u de studieresultaten over dit voornemen. Op 20 december 2001 gaf ik antwoord op aanvullende vragen hierover (uw kenmerk def0 200 001). Met deze brief informeer ik u over mijn voornemen om de benodigde infrastructuur op luchtmachtbasis De Peel te realiseren.

Wat willen we bereiken?

Met de invulling van de infrastructurele behoefte op De Peel kan de GLVD van de Koninklijke landmacht in 2004 bij de GLVD van de Koninklijke luchtmacht worden gevoegd.

Wat gaan we daarvoor doen?

Er komt nieuwbouw voor de GLVD van de Koninklijke landmacht, de herstelcapaciteit, de JADS, de JADC en voor de facilitaire ondersteuning. De nieuwbouw richt zich met de bouw van vijf legeringsgebouwen, kantoorfaciliteiten en onderhouds- en instructiegebouwen vooral op wonen, werken, en opleidingen. Daarnaast worden infrastructurele aanpassingen verricht aan bestaande infrastructuur voor onder andere: sport, voeding, en medische zorg. Zowel de nieuwbouw als de infrastructurele aanpassingen zullen voldoen aan de hiervoor geldende normen. De infrastructurele behoefte is gebaseerd op een toename van het huidige aantal van ongeveer 1100 tot ongeveer 2100 militairen.

Tijdschema

De realisatie wordt binnen bestaande bouwprocedures uitgevoerd. Volgens planning is vanaf 2004 voldoende infrastructuur aanwezig voor de stationering van de GLVD van de Koninklijke landmacht bij de GLVD van de Koninklijke luchtmacht. Enkele niet kritische projecten, zoals nieuwbouw voor de opslag voor reserve-eenheden, worden uiterlijk een jaar later gerealiseerd.

Gerelateerde projecten

Stingertrainer Voor de opleiding en de training met het wapensysteem stinger is de verwerving van zogenaamde stingertrainers voorzien. Het Defensie Materieelproces (DMP) van de stingertrainer volgt een eigen traject. Hierdoor hoeft het bijbehorende stingertrainergebouw niet gelijk met de andere les- en trainingsfaciliteiten te worden opgeleverd, maar pas een jaar later. De kosten van € 1,4 miljoen (prijspeil 2001) van de benodigde infrastructuur voor de stingertrainer zijn in dit project opgenomen. De stingertrainer zelf maakt geen deel uit van dit project.

Prins Mauritskazerne te Ede Volgens plan verlaat de GLVD van de Koninklijke landmacht in 2004 de huidige locatie op de Prins Mauritskazerne. Vanaf 2005 kan dan een begin worden gemaakt met de afstoting van (delen) van deze kazerne.

NESRADS (Netherlands Short Range Air Defence) Indien wordt besloten tot invoering en verwerving van NESRADS-systemen, moet de infrastructuur op De Peel verder worden aangepast. Alsdan wordt u hierover nader geïnformeerd. De infrastructurele voorzieningen voor NESRADS, thans begroot op circa € 4,5 miljoen (f 10 miljoen prijspeil 2001), maken geen deel uit van dit project.

Wat zijn de consequenties?

Financiering Het investeringsbedrag is taakstellend en bedraagt € 54,6 miljoen (f 120 miljoen, prijspeil 2001) De totale projectomvang bedraagt inclusief de ingenieurskosten € 61 mlj. (f 134 miljoen, prijspeil 2001).

Exploitatie

De instandhoudingskosten worden geraamd op ongeveer € 540 000 (f 1,2 miljoen, prijspeil 2001) per jaar.

Competitieve dienstverlening

In beginsel huurt of least Defensie geen infrastructuur waarvan het volledig eigen gebruik gedurende de totale levensduurperiode is verzekerd. Zelf investeren is dan doelmatiger. Nader onderzoek in het kader van competitieve dienstverlening (CDV) is daarom niet aan de orde.

De verschillende bouwkundige-, civiel- en cultuurtechnische deelprojecten worden volgens de vigerende regelgeving (in sommige gevallen geclusterd) onder concurrentie op de (Europese) markt gebracht.

Voortzetting van het project

Ik ben voornemens, desgewenst na overleg met u, dit project voort te zetten en de uitvoering aan de Bevelhebber der Landstrijdkrachten te mandateren.

De Staatssecretaris van Defensie,

H. A. L. van Hoof

Naar boven