26 898
Energierapport 1999

nr. 22
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 7 april 2000

De vaste commissie voor Economische Zaken1 heeft op 23 maart 2000 overleg gevoerd met minister Jorritsma-Lebbink van Economische Zaken over:

– de brief van 17 februari 2000 inzake de versnelling van het liberaliseringstempo van de gas- en elektriciteitsmarkt en de markt voor groene energie (26 898, nr. 4);

– de brief van 10 maart 2000 inzake de stand van zaken van de opening van de gas- en elektriciteitsmarkt in de Europese Unie (26 898, nr. 6).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Van Walsem (D66) was van oordeel dat een gezamenlijke liberalisering van de gas- en elektriciteitsmarkt in de eindfase grote voordelen zal bieden voor de heel grote groep kleinverbruikers. De consument kan het best slechts één keer geconfronteerd worden met een belangrijke verandering. Dat is voor de burger het meest transparant. De distributiebedrijven distribueren meestal zowel gas als elektriciteit. De principiële keuze voor liberalisering is al gemaakt. Hoe eerder die plaatsvindt, hoe beter het is, ervan uitgaande dat het technisch en organisatorisch op een verantwoorde wijze kan. Volgens deskundigen en de sector zelf kan het ook met wettelijke randvoorwaarden als transparantie, leveringszekerheid en de instelling van een geschillencommissie. Uit ervaring is gebleken dat bedrijven die vooroplopen met de ontwikkeling meestal ook de overlevers zijn. Dát zijn de sterkere en betere bedrijven. Door versnelling van het liberaliseringstempo profiteert de consument, de beschermde afnemer, eerder. Hij zou niet weten wat daar tegen was, tenzij men ten principale niet gelooft in de marktwerking.

De heer Van Walsem ondersteunde het amendement van de heer Blaauw om de kleinverbruikersgroep in de tuinbouw uit te breiden tot een miljoen kubieke meter gasverbruik per jaar, waardoor deze groep in het overgangsregime tot 2004 komt. Hij vond het voorstel om voor de kleinverbruiker het Nederlandse recht van toepassing te verklaren heel verstandig. Hij vroeg of er nog mogelijkheden zijn om met de data te schuiven als een versnelde invoering toch niet mogelijk blijkt. Hij vond de vrijmaking van de markt voor groene energie in 2001, onder voorwaarde dat er dan ook een goed werkend groencertificatiesysteem bestaat, prima. De mededeling dat de elektriciteitsmarkt in Duitsland al voor 100% is geliberaliseerd leek hem wat overdreven.

De heer Van Walsem vond het niet belangrijk of gegarandeerd kan worden dat de prijzen dalen door de liberalisering. Kwaliteit, serviceverlening, keuzevrijheid etc. zijn ook van belang. Overigens mag van open concurrentie eigenlijk wel een prijsdalend effect verwacht worden. Hij geloofde in de markt, als maar goede randvoorwaarden worden gesteld.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD) ging ervan uit dat eerst liberalisering en dan privatisering zal plaatsvinden, onder voorwaarde dat de marktwerking tot stand komt. Zij duidde die drie elementen aan als de drie K's: kwaliteit, kwaliteit en nog eens kwaliteit. Toegankelijkheid, leveringszekerheid, veiligheid en betrouwbaarheid dienen te worden gegarandeerd, hetgeen moet worden vastgelegd in wetgeving. Er moet een krachtige toezichthouder zijn. Capaciteit en deskundigheid van de NMA zijn daarbij buitengewoon belangrijk. Voor de consument moet winst worden geboekt door innovatie, keuzevrijheid en een optimale aanwending van publieke middelen. De overheid moet niet doen wat de markt beter kan doen.

Mevrouw Voûte steunde het streven om de markt voor het midden- en kleinbedrijf te liberaliseren in 2002 en voor de consument in 2004. Uit onderzoek in andere landen blijkt dat de consument zeer heeft geprofiteerd van liberalisering. Zij hoopte dat te zijner tijd lering zou kunnen worden getrokken uit de liberalisering en privatisering van bijvoorbeeld de telecomsector. De Nederlandse consument moet op het gebied van elektriciteit en gas echt kunnen kiezen tussen verschillende aanbieders. Er moet een goede mogelijkheid komen om geschillen te bespreken, niet alleen via de privaatrechtelijke weg, die vaak tijd kost, maar ook door een snel werkende geschillencommissie. Er moet ook transparantie zijn, waarbij het Nederlandse recht van toepassing moet zijn. Zij hechtte eraan dat de kwaliteitsmeter van de Consumentenbond inhoud zou krijgen. Als deze wensen niet worden gerealiseerd, kan de liberalisering ook niet doorgaan, maar zij had signalen opgevangen dat daarvoor niet gevreesd behoeft te worden. Haars inziens is er een groot draagvlak voor liberalisering.

Mevrouw Voûte gaf de voorkeur aan zelfregulering door de marktpartijen, maar vroeg zich toch af of de leveringszekerheid toch niet op een of andere manier in wetgeving vastgelegd moet worden. Zij achtte voorts transparantie van de contracten en klachtenprocedures van groot belang. Zij informeerde naar de stand van zaken bij de oplossing van knelpunten bij de verdeling van grensoverschrijdende transportcapaciteit en de voortgang van de werkzaamheden van de commissie-Herkströter.

De heer Van den Akker (CDA) merkte op dat het CDA zich altijd voor liberalisering en privatisering heeft uitgesproken, maar ook vindt dat de overheid in een geliberaliseerde markt een belangrijke nutsfunctie moet behouden. Zij moet burgers en bedrijven garanderen dat altijd elektriciteit, gas en water tegen een redelijke prijs geleverd worden, geproduceerd onder goede milieuhygiënische omstandigheden. De behandeling van de gaswet volgende week is een goede gelegenheid om over de gasmarkt te spreken. Het heeft weinig zin daarover nu te spreken, door er één punt, de vervroeging van de liberalisering, uit te halen. Dat is voor hem afhankelijk van de wetgeving op een groot aantal punten. Indien het goed mogelijk blijkt, had hij geen principiële bezwaren tegen versnelling van de liberalisering. Blijken de regelingen in de ontwerpgaswet onvoldoende, dan zou hij vasthouden aan ingang van de liberalisering in 2007. Vooralsnog was hij van mening dat de gaswet onvoldoende waarborgen biedt.

Dezer dagen vindt in de Bundestag een debat plaats over de implementatie van de gasrichtlijn in Duitsland. Het leek de heer Van den Akker in tegenspraak daarmee dat in de stukken staat dat dit al in 1998 is gebeurd. Elders heeft hij gelezen dat de liberalisering in Duitsland wel op papier geregeld is, maar in de praktijk nog helemaal niet werkt.

De heer Crone (PvdA) voelde er niet voor om thans al uit te spreken dat de liberalisering in elk geval in 2004 plaatsvindt. In de Elektriciteitswet staat dat de liberalisering van de elektriciteitssector in 2007 plaatsvindt, maar dat door middel van een AMvB met voorhangprocedure tot een eerder of later tijdstip kan worden besloten. Als het 2004 wordt, moet zo'n AMvB in de wet blijven. Volgens de nota van wijziging op de gaswet moet het echter al in 2004 gebeuren en kan het bij AMvB nog eerder, maar niet meer later. Hij begreep gelet op de vele onzekerheden die er nog zijn, zowel wat betreft de toekomst van de gasmarkt als wat betreft technicalities, niet waarom dat nodig is en ook niet waarom daarvoor een wetswijziging is voorzien. Hij wilde verder niets meer zeggen over de gassector met het oog op het plenaire debat over de gaswet volgende week.

De fractie van de PvdA heeft reeds ingestemd met marktwerking in de elektriciteitssector, om twee hoofdredenen. Er zijn veel grote en steeds meer kleinere producenten; dat is al een solide basis voor concurrentie. Bovendien is in de wet al een reeks regelingen vastgelegd ter bescherming van consumenten en andere kleinverbruikers. MKB-bedrijven zijn vaak nog kwetsbaarder dan gewone consumenten. Wel is cruciaal dat de technicalities goed geregeld worden. In Scandinavië en Engeland is gebleken dat dit niet zo simpel is. Tarieven waren soms moeilijk onderling vergelijkbaar en niet iedereen kon meteen van zijn oude contract af. De heer Crone had er wel vertrouwen in dat de liberalisering in de elektriciteitssector in 2004 kan ingaan. Hij vroeg in hoeverre Consumentenbond en bedrijven zijn gecommitteerd. Is er een voortgaande consultatie? Wie heeft de leiding in dat proces, de distributiebedrijven of het ministerie zelf? Wordt de Consumentenbond partner in beslissingen of wil hij alleen adviseren? Net als de Consumentenbond wenste hij ieder halfjaar een rapportage. Hij drong aan op goede geschillenregelingen. Inmiddels is er een akkoord tussen EnergieNed en de Consumentenbond over algemene consumentenvoorwaarden en leveringsvoorwaarden, maar hij vroeg zich af of partijen die daaraan nu niet deelnemen bij een vrije markt gedwongen zijn zich daaraan te houden. Ook wilde hij weten of schade- en rechtsbescherming daarmee goed genoeg geregeld zijn. Hij pleitte voor een verplichte deelneming aan de geschillencommissie. Nu de groep middelgrote gebruikers anders gedefinieerd gaat worden, vroeg de heer Crone zich af of de grootverbruikers niet alle krenten al uit de pap gehaald zullen hebben voordat de gewone consumenten gaan profiteren van de marktwerking.

Hoewel de heer Crone wel voorkeur had voor het gelijktijdig ingaan van de liberalisering van de gassector en de elektriciteitssector, is dat voor hem niet doorslaggevend. Hij wil daar geen millimeter consumentenbescherming voor opgeven. Er zijn nu al regio's waar verschillende leveranciers zijn voor elektriciteit en voor gas. Voor water wordt dat zelfs blijvend beoogd. Ook de kabeltelevisie komt van een andere leverancier.

Het verheugde de heer Crone dat de groene energie per 2001 geliberaliseerd wordt. Hij was benieuwd hoe de problemen rond de technicalities daarbij worden opgelost.

De heer Van den Berg (SGP) bleef het procedureel uiterst merkwaardig vinden dat een algemeen overleg wordt gehouden, in feite over een nota van wijziging op een wetsvoorstel dat de volgende week plenair wordt behandeld. Hij had de indruk dat enkele coalitiepartners dit overleg nodig hebben om wat meer op één lijn te komen. Hij zag deze liberalisering tegen de achtergrond van de bredere liberalisering in economische sectoren en de voorwaarden die daarbij gesteld moeten worden. Hij was wat pessimistisch over de mogelijkheden tot versnellen, omdat te veel wordt voorbijgezien aan neveneffecten van liberalisering van de energiemarkt. Ook hij voelde alleen voor een AMvB als die ook de mogelijkheid inhoudt om de liberalisering uit te stellen. Ook uit de brief van de regering spreken twijfels of een volledig geliberaliseerde energiemarkt op bepaalde punten geen risico's voor de consument met zich brengt. Het was voor hem niet zeker dat alle problemen in de paar jaren die resten kunnen worden opgelost. Daar moet nog heel goed naar worden gekeken en over worden nagedacht. De volgende week, bij de behandeling van de ontwerpgaswet, doet zich de eerste gelegenheid daartoe voor.

De heer Van den Berg vroeg of de minister nog iets kon zeggen over het overleg van 15 maart met de tuinders, die onder meer hun vrees uitten voor eventueel ingrijpen van de NMA in de conceptbeschikking over excessieve contracten van de Gasunie met de distributiebedrijven. Een aantal waterschappen, hoogheemraadschappen en zuiveringsschappen hebben de minister op 9 maart een brief gestuurd, omdat zij volgens de Elektriciteitswet als niet beschermde afnemers worden aangemerkt, hetgeen behoorlijke financiële gevolgen heeft. Hoe heeft de minister hierop gereageerd?

Mevrouw Vos (GroenLinks) stond zeer kritisch tegenover de liberalisering in zowel de elektriciteitssector als de gassector. Aan versnelling had zij geen behoefte. Zij vond de wijze waarop de positie van de Gasunie, de toegang tot het net, milieurandvoorwaarden, de positie van de tuinders enz. in de gaswet is geregeld slecht. Zij stond wel positief tegenover een snelle liberalisering voor afnemers en leveranciers van groene energie, omdat zij daarvan positieve effecten verwachtte, maar allerlei andere elementen, zoals energiebesparing en duurzame energie, raken in een vrije markt in de verdrukking. Dat komt doordat de overheid in gebreke is gebleven met het stellen van randvoorwaarden. Vaak zijn het startende bedrijven die duurzame energie willen gaan leveren, maar als over de hele linie meer ruimte wordt gemaakt komen zij in de knel. Op het ogenblik doen de energieleveranciers alles om de grootverbruikers, waarvoor de markt al vrij is, te paaien, maar hun aandacht voor de kleinverbruiker is nu onder de maat.

Naar de mening van mevrouw Vos is nog MAP-geld beschikbaar dat nog niet is besteed. Zij pleitte ervoor om nieuwe groene bedrijven daarvan gebruik te laten maken. Voorts zou zij de bestaande energiebedrijven extra prikkels willen geven om de kleine klanten beter te helpen, bijvoorbeeld bij energiebesparing. Zij vroeg zich af of, nu de MAP-heffing verdwijnt, niet een heffing op het net moet worden doorgevoerd, waardoor de energiebedrijven gelden beschikbaar krijgen om de kleinere klant beter te bedienen. Als men ook vanuit het buitenland mag gaan inkopen, is het risico niet denkbeeldig dat er nog meer vuile stroom op de Nederlandse markt komt. Er zouden harde randvoorwaarden moeten worden gesteld om dat te voorkomen, bijvoorbeeld om een verplicht aandeel duurzame energie te garanderen. Zij hield vast aan de afspraak dat prijsvoordelen ook aan de kleine klanten zullen worden doorberekend.

Ten slotte informeerde mevrouw Vos naar de situatie rond de groencertificaten. Er schijnen problemen te zijn over de koppeling van de groencertificaten en de teruggave van de REB (regulerende energiebelasting).

Antwoord van de minister

De minister vond het heel plezierig dat zij al iets kon zeggen over haar argumenten om met nieuwe voorstellen, ter versnelling van het tempo van liberalisering, te komen. De consumenten hebben laten weten dat zij snel willen profiteren van de voordelen van een versnelde liberalisering van de energiemarkt. Bovendien gaan de ontwikkelingen buiten Nederland veel sneller dan verwacht. Nederland is snel begonnen, maar inmiddels wat achter geraakt. Energiebedrijven merken dat zij een achterstand oplopen bij nieuwkomers uit geliberaliseerde landen. Dat is vervelend, want ook Nederlandse bedrijven willen graag op de internationale markt opereren. De energiemarkten van het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Finland en Zweden zijn inmiddels geheel geliberaliseerd. In Duitsland was de markt twee jaar geleden al voor 100% geliberaliseerd, maar waren nog niet alle elementen van de richtlijnen geïmplementeerd. De liberalisering in Vlaanderen wordt ook versneld. Het voorzitterschap van de conferentie in Lissabon heeft inmiddels 2004 als ingangsdatum genoemd. In alle landen blijkt de liberalisering voor de afnemers voordelen te bieden. In de elektriciteitssector dalen de prijzen. De omvang van de prijsdaling in de gassector zal waarschijnlijk bescheidener zijn, maar ook daar bestaan nu inefficiënte elementen in de leveranties. Nog belangrijker vond zij de keuzevrijheid, die voor bedrijven een belangrijke reden is om hun service aan de klant te verbeteren. Technisch is het mogelijk om sneller te liberaliseren, als dat goed wordt afgestemd tussen de energiebedrijven, de verbruikersorganisaties en de overheid. Overigens, als alle andere landen dat kunnen organiseren, is er toch wel iets heel geks aan de hand als Nederland dat als enig land niet zou kunnen. Maar pas als de kleinverbruikers vrij zijn komt er echt druk op de distributiebedrijven en de toeleveringsbedrijven.

Om de termijnen te kunnen bepalen zijn de positie van de consument en de technische en organisatorische randvoorwaarden voor versnelling van de liberalisering bestudeerd. Daaruit is gekomen dat de markt voor de middengroep kan worden vrijgemaakt per 1 januari 2002. Zo nodig kan dan nog uitstel tot 31 december 2002 plaatsvinden. Voor kleinverbruikers kan de markt uiterlijk per 1 januari 2004 worden geliberaliseerd. Zij achtte het ter wille van de duidelijkheid gewenst uit te spreken dat het in elk geval op die datum gebeurd moet zijn. Zij was echter, om ongerustheid bij de Kamer weg te nemen, bereid te bepalen dat het desnoods ook nog bij AMvB na 1 januari 2004 kan. Zij wil de datum 1 januari 2004 echter uitdrukkelijk in de wet hebben, want de markt moet het signaal hebben dat het op 1 januari 2004 rond moet zijn, zowel voor gas als voor elektriciteit. Er zijn overigens zelfs geluiden dat de liberalisering per 1 januari 2002 voor alle groepen rond zou kunnen zijn, maar zij twijfelde daaraan. Zij wilde geen onnodige risico's lopen.

De minister meende dat alles eraan gedaan moest worden om de liberalisering voor gas en voor elektriciteit tegelijkertijd te laten plaatsvinden. De Consumentenbond heeft daarop aangedrongen, om de situatie voor kleingebruikers niet te verwarrend te maken. De meeste consumenten zijn nu al gewend aan een gezamenlijk aanbod. De ervaringen in het Verenigd Koninkrijk wijzen bovendien uit dat het een incentive kan zijn om te gaan wisselen.

Tot nu toe blijkt uit het, nog informatieve, overleg met alle marktpartijen bereidheid tot samenwerking. De minister stelde zich samenwerking voor in een platform à la het millenniumplatform met een onafhankelijke voorzitter. Zij had daarover een akkoord bereikt met EnergieNed en de Gasunie. Als haar zou blijken dat het proces niet goed verloopt, wilde zij bijsturen. Zij was voornemens de Kamer daarover regelmatig te informeren. Belangrijke evaluatiemomenten zijn het voorjaar van 2001 en de evaluatie van de Elektriciteitswet in den brede, uiterlijk in oktober 2002.

Keuzevrijheid leek de minister de beste bescherming voor de consument. Als de consument niet tevreden is, misschien ook om een andere reden dan de prijs, kan hij kiezen uit verschillende aanbiedingen. Op de Duitse en Noorse markt kan men via het internet al vergelijkingen maken om de aantrekkelijkste leverancier te vinden. Als het daar gebeurt, zal het in Nederland ongetwijfeld ook gebeuren. Bewezen is dat de prijzen voor huishoudens echt kunnen dalen. In het Verenigd Koninkrijk bleek 87% van de elektriciteitsverbruikers en 79% van de gasverbruikers die van leverancier wisselden dat te doen vanwege de prijs. De grote meerderheid van de klanten is inmiddels tevreden over de leverancier. 75% van de consumenten staat positief tegenover liberalisering en maar 8% is tegen. Uit Finland komen nog overtuigender cijfers. In Engeland blijken bijna alle consumenten ervan op de hoogte te zijn dat zij kunnen wisselen van leverancier. Een gekoppeld aanbod blijkt na de prijs een belangrijke reden om te wisselen.

De minister ging voor de bescherming van de consument uit van zelfregulering door de marktpartijen, hetgeen niet betekent dat de overheid geen verantwoordelijkheid meer heeft. Zij zou nauwkeurig volgen wat gebeurde op het punt van het aanbod, de leveringszekerheid, de transparante contracten en de geschillenbeslechting. De consumentenorganisaties zien hier ook een rol voor zichzelf. De consument moet precies weten welke prijs hij betaalt, waar hij heen kan met klachten, wat gebeurt bij wanbetaling en faillissement van de leverancier en hoe hij het contract kan beëindigen. Er moet altijd Nederlands recht van toepassing zijn.

De datum 1 januari 2001 kan nog niet met zekerheid worden vastgesteld voor de liberalisering van groene energie, want er moet een goed werkend systeem van certificatie zijn. Enkele weken geleden is een project groene markt van start gegaan. Er is nauw contact met diverse belanghebbenden. De ontwikkelingen in het buitenland en in Brussel worden nauwlettend gevolgd. De koppeling met de REB is een centraal thema. MAP-gelden die nog beschikbaar zijn worden besteed aan besparing en duurzaamheid. De gelden zijn via de bedrijven ingebracht. Die kunnen en moeten ze ook besteden.

In de contracten moet heel goed duidelijk zijn hoe er geswitcht kan worden. Dat mag niet te moeilijk worden gemaakt. Daarop zal worden toegezien. Over dergelijke zaken zal de Kamer bij de periodieke evaluaties worden geïnformeerd. Er zijn al geschillencommissies. Die worden in de nieuwe situatie nog veel belangrijker. Met de grensoverschrijdende transportcapaciteit gaat het beter, maar er zijn nog onduidelijkheden. De APX heeft een brief gestuurd, die de DTE eens heel goed moet bekijken. De vrije inkoopcapaciteit voor elektriciteit van Nederland is veel groter dan in welk omringend land ook. Als het protocol is verdwenen, zal een flink deel van het probleem opgelost zijn. Naarmate de Nederlandse bedrijven internationaler opereren, zullen de problemen beter oplosbaar zijn.

De regelingen voor de tuinders zullen de volgende week bij de behandeling van de gaswet aan de orde komen. Per 1 januari 2002 moet er een nieuw contract tussen de Gasunie en de tuinders komen, dat afhankelijk zal zijn van de keuzevrijheid en de mogelijkheid tot exclusieve levering door de Gasunie. Er mag natuurlijk geen chaos ontstaan. Een antwoord op de brief van de waterschappen c.a. is in voorbereiding. Zij menen dat hun een hogere prijs gevraagd wordt ten gevolge van prijsafspraken tussen de energiebedrijven. Op basis van de Elektriciteitswet had de minister geen bemoeienis meer met dergelijke situaties. Partijen zouden zich daarvoor tot de NMA of de civiele rechter moeten wenden. De commissie-Herkströter heeft goede voortgang gemaakt. In de loop van het jaar kan dat resulteren in voorstellen tot wetgeving.

Nadere gedachtewisseling

De heer Van Walsem (D66) had gedacht dat de voordelen van het Nederlandse economische systeem niet meer behoeven te worden uitgelegd. Als een tot nu toe imperfecte markt wordt opengesteld, moeten vanzelfsprekend wel de juiste voorwaarden worden gesteld. Hij hoopte bij de evaluatie uit hoofde van de Elektriciteitswet in 2002 ook iets te vernemen over de versnelling van de liberalisering.

Mevrouw Voûte-Droste (VVD) hoopte dat de partijen naar aanleiding van de uitkomsten van de commissie-Herkströter hun verantwoordelijkheid zullen nemen. Zij zou akkoord kunnen gaan met een oplossing waarbij de liberalisering van de gassector in 2004 definitief per AMvB geregeld kan worden, waarbij als het niet anders kan de mogelijkheid van enig uitstel blijft bestaan.

De heer Crone (PvdA) had er wel vertrouwen in dat het met de technicalities goed zou komen, maar drong aan op regeling van consumentenbelangen in de wet. Hij vroeg de minister om in een brief haar opvattingen uiteen te zetten. Hij zou dan ook graag willen weten hoe het platform wordt samengesteld. Niet alleen de distributiebedrijven, maar ook anderen moeten daarin vertegenwoordigd zijn. Misschien kan dat platform bijsturen, maar het is de vraag wie er beslist: het platform of de minister. Hij vroeg om een halfjaarlijkse rapportage over het platform.

De heer Crone was van mening dat toezicht nodig zal blijven en verwees naar ervaringen in het Verenigd Koninkrijk. Men hoeft hem niet aan te praten dat het niet snel genoeg gaat. Hij is bereid liberalisering toe te staan zo snel als dat mogelijk is, maar dan moeten er garanties zijn.

De heer Crone zou er ook de voorkeur aan geven als de liberalisering van de gassector en die van de elektriciteitssector op hetzelfde moment konden worden doorgevoerd, maar dat moet niet kost wat kost. Hij wees erop dat een verlaging van de gasprijs ten koste kan gaan van de gasbaten van de overheid. In dat geval moet er op politiek niveau een afweging worden gemaakt. Ook is het denkbaar dat een oligopolistische situatie ontstaat en dat is helemaal niet zo gunstig voor de consument.

De heer Van den Berg (SGP) verzocht de minister de Kamer een afschrift te sturen van haar brief aan de waterschappen.

Mevrouw Vos (GroenLinks) was helemaal niet tegen vrij ondernemerschap, maar in sectoren waar maatschappelijke belangen in het geding zijn kan niet alles aan de markt worden overgelaten. Zij zag risico's voor de milieuaspecten van de energievoorziening als vooral de prijs voor de consument bepalend is. De bedrijven zullen dan niet voelen voor investeringen vanwege milieudoelstellingen. Vandaar haar weerstand tegen een versnelde openstelling van de markt.

De minister erkende dat een lagere gasprijs tot lagere staatsinkomsten kan leiden, maar die vallen volgens haar in het niet bij de fluctuaties die alleen al door de fluctuaties van de dollarprijs en de olieprijs ontstaan. Het effect voor de Nederlandse economie, voor producent en consument, zal per saldo echter gunstig zijn. Zij verweet de Algemene Rekenkamer alleen naar de belangen van de Staat te hebben gekeken. Zij zou het onverkoopbaar vinden om de Nederlandse burger meer te laten betalen voor energie dan echt nodig is. Die heeft jarenlang betaald voor gebrek aan efficiency. De werkgelegenheid die in de sector verloren zal gaan zal meer dan gecompenseerd worden door nieuwe werkgelegenheid in de sectoren die energie gebruiken.

In Europa zijn al de nodige regels gemaakt om het milieu te beschermen. Dat Nederland dat nog anders zou willen doen kan geen reden zijn om de grenzen te sluiten. Alle landen in Europa moeten voldoen aan de Kyotodoelstellingen. Zou men vinden dat per saldo te weinig wordt betaald voor energie, dan is er nog het instrumentarium van de REB. De minister wees erop dat alle energieproductiebedrijven deelnemers zijn in het benchmarkconvenant. Daarin is afgesproken dat investeringen zullen worden gedaan om wat technologie voor energiebesparing betreft tot de top of the world te gaan behoren. Het wordt geen wildwest. De consumentenprijs zal absoluut niet alles bepalend zijn. Er blijft nog een behoorlijk lijvige wetgeving bestaan. Er zijn instrumenten om energiebesparing en duurzame energie te stimuleren. De overheid heeft echter niet meer dezelfde mogelijkheden om in te grijpen als voorheen.

De voorzitter van de commissie,

Biesheuvel

De griffier van de commissie,

Tielens-Tripels


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Leers (CDA), Voûte-Droste (VVD), ondervoorzitter, Van Zuijlen (PvdA), M. B. Vos (GroenLinks), Rabbae (GroenLinks), Marijnissen (SP), Hessing (VVD), Giskes (D66), Crone (PvdA), Van Dijke (RPF/GPV), Van Walsem (D66), Hofstra (VVD), Wagenaar (PvdA), Verburg (CDA), Stroeken (CDA), Ravestein (D66), Geluk (VVD), Van den Akker (CDA), Blok (VVD), De Boer (PvdA), Hindriks (PvdA).

Plv. leden: Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Kalsbeek (PvdA), Wijn (CDA), Klein Molekamp (VVD), Schoenmakers (PvdA), Van der Steenhoven (GroenLinks), Vendrik (GroenLinks), Poppe (SP), Kamp (VVD), Van den Berg (SGP), Kuijper (PvdA), Van Middelkoop (RPF/GPV), Schimmel (D66), Van Baalen (VVD), Herrebrugh (PvdA), Schreijer-Pierik (CDA), Van der Hoeven (CDA), Bakker (D66), Van Beek (VVD), De Haan (CDA), Udo (VVD), Smits (PvdA), Hamer (PvdA), Koenders (PvdA).

Naar boven