26 893
Structuurschema Regionale en Kleine Luchthavens

nr. 54
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juli 2007

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft bij brief van 9 juli 2006 (07-VW-B-054) als vervolg op mijn brief van 26 juni 2007 (26 893, nr. 53) gevraagd wanneer het wijzigingsvoorstel ten aanzien van nachtvluchten vanaf Rotterdam Airport kan worden verwacht.

Graag voldoe ik aan dat verzoek.

Op dit moment loopt de fase van het bestuurlijk overleg over het voorontwerp van de wijziging van de aanwijzing. Mijn ambtgenoot van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en ik voeren overleg met de provincie Zuid-Holland en de gemeenten Rotterdam, Schiedam en Lansingerland. Uit de eerste reacties blijkt dat er met name zorgen zijn over de geluidsbelasting in de nacht door commerciële en regeringsvluchten. Deze reacties zijn voor mij aanleiding geweest gedeputeerde Van Heijningen van Zuid-Holland te vragen om op korte termijn te verkennen welke oplossingen er mogelijk zijn die op draagvlak in de regio kunnen rekenen. De heer Van Heijningen heeft mij inmiddels aangegeven daartoe bereid te zijn. Ik heb hem gevraag mij na de zomer zijn advies uit te brengen. Aan de hand van de resultaten van zijn verkenning verwacht ik een ontwerpbesluit vast te kunnen stellen en de inspraak te starten. In de fase daarna zal ook de Commissie MER een advies uitbrengen over het MER. Deze periode neemt enige maanden in beslag. Op basis van alle zienswijzen en adviezen stel ik tenslotte, in overeenstemming met de minister van VROM, het wijzigingsbesluit vast.

Dat wijzigingsbesluit zal, naar ik verwacht begin volgend jaar, aan uw Kamer worden aangeboden en indien u dat wenst met u worden besproken.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Naar boven