nr. 52
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2004
Hierbij bericht ik u over de verrichte inspanningen om te komen tot een
beperking van het vliegen over stiltegebieden. Zoals aangegeven in mijn brief
van 27 mei 2003 (TK 26 893, nr. 48) en in het Algemeen Overleg met
u op 23 juni 2003 is mijn streven om via zelfregulering de sector te
bewegen het vliegen over stiltegebieden te vermijden. Daarbij is gewezen op
de mogelijkheid te komen tot een convenant met de sector.
Naar aanleiding van mijn verzoek om maatregelen te treffen hebben de Koninklijke
Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) en de Aircraft Owners and Pilots
Association (AOPA), waarbij 95% van de Nederlandse piloten in de kleine luchtvaart
zijn aangesloten, een «Gedragscode» voor hun leden opgesteld.
Daarin is ook het mijden van stiltegebieden opgenomen. Bij de Gedragscode
is informatie gevoegd over de locatie van alle stiltegebieden in Nederland.
Voorts heeft afdeling kleine luchtvaartterreinen van de Nederlandse Vereniging
van Luchthavens (NVL) haar leden informatie over de aanwezigheid van stiltegebieden
in de naaste omgeving van de luchthavens toegestuurd. Dit kaartmateriaal maakt
het de gebruikers van de luchthavens mogelijk kennis te nemen van de locaties
van stiltegebieden. De meeste hinder blijkt te worden ondervonden van verstoringen
in de stiltegebieden die in de naaste omgeving van een luchthaven zijn gelegen.
In de Gedragscode wordt er op aangedrongen niet nodeloos te vliegen boven
de stiltegebieden en bij het voorbereiden van een verkeersvlucht een zodanige
route te kiezen dat deze gebieden worden vermeden.
Op basis van deze Gedragscode zal met organisaties zoals bijvoorbeeld
Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Natuur en Milieu en ANWB overleg gevoerd
worden om na te gaan of de Gedragscode aan de wensen voldoet.
Naar aanleiding van dit overleg kunnen nadere afspraken gemaakt worden
met KNVvL en AOPA over de wijze waarop met de verschillende stiltegebieden
rekening gehouden wordt.
Zoals aangegeven in het algemeen overleg wordt in eerste instantie uitgegaan
van zelfregulering op basis van vrijwilligheid. De totstandkoming van de Gedragscode
leidt er toe dat op dit moment niet ingezet wordt op een langduriger variant
om een formeel convenant op te laten stellen. Mijn Ministerie heeft een bijdrage
geleverd aan het uitbrengen van communicatie-materiaal, zoals de kaartbeelden
met daarop stiltegebieden.
Ik verwacht dat de ingeslagen weg een bijdrage zal leveren aan het beperken
van het vliegen over stiltegebieden.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus