26 883
Regels inzake de bevordering van integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur met betrekking tot beschikkingen of overheidsopdrachten (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur)

nr. 56
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER HOEVEN C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 49

Ontvangen 16 oktober 2001

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

B

In het eerste lid, onder a, worden de woorden «een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen ander zelfstandig bestuursorgaan» vervangen door: een zelfstandig bestuursorgaan als bedoeld in het tweede lid.

C

Na het eerste lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

2. Op voordracht van Onze Ministers kunnen bij algemene maatregel van bestuur zelfstandige bestuursorganen worden aangewezen als aanbestedende dienst.

3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

II

Aan artikel 26, eerste lid, onder i, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De voordracht voor een krachtens dit lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Dit amendement beoogt de beide Kamers der Staten-Generaal te betrekken bij aanwijzing van de zelfstandige bestuursorganen (zbo's) die ingevolge artikel 1, onderdeel a, alsmede die bedoeld in artikel 26 onder de werking van de wet BIBOB kunnen worden gebracht De wijziging in artikel 1 en de toevoeging van twee nieuwe leden aan artikel 1 zijn nodig om te voorkomen dat een dergelijke voorhangprocedure dient te worden opgenomen in een definitiebepaling.

Van der Hoeven

Luchtenveld

Pitstra

Naar boven