nr. 47
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SCHELTEMA-DE NIE TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 39
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 39 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. Onder verlettering van onderdeel B tot onderdeel C, wordt na onderdeel
A een nieuw onderdeel B ingevoegd, luidende:
B
In artikel 8.20 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde
lid, een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:
2. Indien een vergunning zal gaan gelden voor een ander dan de vergunninghouder,
meldt de vergunninghouder dat ten minste een maand voordien aan het bevoegd
gezag, onder vermelding van de bij algemene maatregel van bestuur aangegeven
gegevens.
2. In onderdeel C (oud-onderdeel B), eerste lid, onderdeel c, wordt in
het voorgestelde onderdeel e van artikel 8.25 de zinsnede «artikel 8.20,
tweede lid» vervangen door: artikel 8.20, derde lid.
II
Na artikel 40 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 40a
In artikel 1a, onderdeel 2°, van de Wet op de economische delicten
wordt onder het kopje «de Wet milieubeheer» voor «8.41»
ingevoegd: 8.20, tweede lid,.
Toelichting
Aangezien de milieuvergunning objectgebonden is – zij wordt verleend
ten behoeve van een inrichting – en het de vergunninghouder in verband
daarmee in beginsel vrij staat de inrichting waarvoor de vergunning is verleend,
over te dragen, is het voor het bevoegd gezag niet steeds duidelijk wie op
enig moment de vergunninghouder is. In het kader van BIBOB is deze «vrije
overdraagbaarheid» onwenselijk.
Door middel van dit amendement wordt gerealiseerd dat het bevoegd gezag
in alle gevallen weet wie de vergunninghouder is. De vergunninghouder dient
in het kader van de overdracht van zijn vergunning, de gegevens aan het bevoegd
gezag te melden die in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer
voor deze overdrachten zijn opgesomd.
Om het naleven van deze meldingsplicht te bevorderen en te voorkomen dat
zich situaties gaan voordoen waartegen deze wet zich richt, wordt bepaald
dat het regime van de Wet op de economische delicten van toepassing is. Opzettelijke
overtreding van de meldingsplicht is een misdrijf, en wanneer er geen opzet
in het geding is, is sprake van een overtreding. Naast het sanctioneren van
de vergunnnighouder, kan het bevoegd gezag ook de nieuwe vergunninghouder
treffen. Indien het bevoegd gezag twijfelt aan de integriteit van de nieuwe
vergunninghouder, kan het immers binnen de kaders van de wet BIBOB het traject
voor intrekking van de vergunning in gang zetten.
Scheltema-de Nie