26 883
Regels inzake de bevordering van integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur met betrekking tot beschikkingen of overheidsopdrachten (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur)

nr. 28
AMENDEMENT VAN DE LEDEN SCHELTEMA-DE NIE EN DUIJKERS

Ontvangen 28 september 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de beweegreden wordt voor «gevaar» ingevoegd aanmerkelijk.

II

In artikel 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt «gevaar» vervangen door: aanmerkelijk gevaar.

2. In het tweede lid, aanhef, wordt «gevaar» vervangen door: aanmerkelijk gevaar.

3. In het derde lid, aanhef, wordt «gevaar» vervangen door: aanmerkelijk gevaar.

4. In het vijfde lid, onderdeel b, wordt «gevaar» vervangen door: aanmerkelijk gevaar.

III

In artikel 4, eerste lid, wordt «gevaar» vervangen door: aanmerkelijk gevaar.

IV

In artikel 11 wordt «gevaar» vervangen door: aanmerkelijk gevaar.

V

In artikel 32, eerste lid, wordt «gevaar» vervangen door: aanmerkelijk gevaar.

Toelichting

In artikel 3 is de weigeringsgrond «gevaar» opgenomen: indien het gevaar bestaat dat een aanvrager van een vergunning of subsidie de verkregen beschikking zal gebruiken om bepaalde strafbare feiten te plegen, kan de vergunning of subsidie worden geweigerd. Volgens artikel 9 spreekt het Bureau BIBOB zich in zijn advies uit over de mate waarin zich het bedoelde gevaar kan voordoen.

Het criterium «gevaar» is te weinig bepalend om als onderscheidend criterium te kunnen dienen. Dit geldt in het bijzonder voor de «mate van gevaar» waarover het Bureau een oordeel geeft.

Met het criterium «aanmerkelijke gevaar» staat voor alle betrokkenen duidelijk vast tot welk resultaat de beoordeling van de feiten en omstandigheden aanleiding heeft gegeven. Het gevaar is aanmerkelijk indien dat onomstotelijk uit feiten en omstandigheden blijkt. De formulering in de artikelen 3, vijfde lid, onderdeel a, en 9 – waar tot nu toe werd gesproken van «mate van gevaar» – geeft aan dat het Bureau BIBOB en het bestuursorgaan nuancering kunnen aanbrengen in de mate waarin het gevaar als aanmerkelijk is aan te merken op basis van de feiten en omstandigheden.

Scheltema-de Nie

Duijkers

Naar boven