26 873
Intrekking van de Wet op de studiefinanciering en vervanging door de Wet studiefinanciering 2000 (Wet studiefinanciering 2000)

nr. 6
AMENDEMENT VAN HET LID EURLINGS

Ontvangen 28 januari 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 13.14, onderdeel Q, komt te luiden:

Q

De onderdelen g van de artikelen 9.33 en 10.20 komen als volgt te luiden:

g. het beleid van het instellingbestuur bij de toepassing van artikel 7.51.

Toelichting

Dit amendement voorziet in het herstellen van de medezeggenschap bij de uitvoering van de regels voor de afstudeersteun.

Volgens het wetsvoorstel is het niet langer nodig dat het instellingsbestuur een eigen regeling treft. Doch daarmee werd tevens de medezeggenschap in de vorm van instemmingsrecht op die regeling opgeheven. Zie artikel 13.14, onderdeel Q, van het wetsvoorstel. Dat vormt een verzwakking van de positie van studenten tegenover het instellingsbestuur. Dit amendement beoogt die positie te herstellen door het beleid van het instellingsbestuur bij het uitvoeren van de wettelijke regels voor de afstudeersteun tot onderwerp van instemmingsrecht van de verschillende medezeggenschapsorganen te maken. Het instellingsbestuur is vrij om zijn beleid nader vorm te geven in beleidsregels dan wel daarvan af te zien. Doch in alle gevallen kunnen de medezeggenschapsorganen met het instemmingsrecht bereiken dat zij het beleid kunnen toetsen en – zo nodig – beslissend kunnen beïnvloeden.

Eurlings

Naar boven