nr. 57
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HAMER C.S. TER VERVANGING
VAN DE AMENDEMENTEN GEDRUKT ONDER DE NRS. 44 EN 18
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 6.2 worden een tweede tot en met vijfde lid ingevoegd:
2. De vanaf de dertiende maand waarvoor na het studiejaar 2000–2001
aanspraak op studiefinanciering bestaat ingevolge hoofdstuk 5 toegekende en
in lening omgezette aanvullende beurs kan op aanvraag van de debiteur worden
kwijtgescholden.
3. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald:
a. tot welk belastbaar inkomen van de debiteur en zijn partner kwijtschelding
mogelijk is,
b. of onderscheid gemaakt wordt voor een debiteur met partner en een debiteur
zonder partner die al dan niet studerende is in de zin van deze wet, en
c. tot welk tijdstip een aanvraag kan worden ingediend.
4. De over het kwijt te schelden bedrag opgebouwde rente gaat op het tijdstip
van kwijtschelding teniet.
5. Artikel 6.11, eerste en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
De artikelen 6.12 en 6.15 zijn niet van toepassing.
II
Aan artikel 6.2 wordt een zevende lid toegevoegd:
7. Een krachtens het derde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur
wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking
op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij
koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens
een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal
leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp
bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel
van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken
of indien een van de beide kamers van de Staten-Generaal besluit
het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe de specifieke groep studenten die naast een
prestatiebeurs een aanvullende beurs heeft genoten, en na afloop van de diplomatermijn
niet aan de prestatie-eisen heeft voldaan, het gedeelte van de aanvullende
beurs als lening kwijt te schelden. Op deze manier zullen op moment van terugbetalen
van de lening door studenten die niet aan de prestatie-eisen voldoen, studenten
mèt en studenten zonder aanvullende beurs gelijk behandeld worden en
dus eenzelfde studieschuld hebben.
Hamer
Lambrechts
Eurlings
Rabbae