26 873
Intrekking van de Wet op de studiefinanciering en vervanging door de Wet studiefinanciering 2000 (Wet studiefinanciering 2000)

nr. 48
MOTIE VAN HET LID BROOD C.S.

Voorgesteld 23 maart 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het oogmerk van de Wet Studiefinanciering 2000 is zowel de flexibiliteit van onderwijskundige ontwikkelingen als de flexibiliteit van studieplanning te vergroten;

overwegende, dat deze doelen met elkaar in conflict komen daar waar de student die langere tijd de studie onderbreekt bij hervatting van de studie de geldigheid van het reeds afgelegde deel van de studie (deels) zou kunnen verliezen door tussentijdse wijzigingen van de curricula;

van mening, dat voor deze gevallen tussen instelling en student goede afspraken moeten bestaan over geldigheid van het reeds gevolgde curriculum, vrijstelling en mogelijkheden voor wegwerken van ontstane deficiënties;

verzoekt de regering aanwezigheid en beoordeling van zulke afspraken als onderdeel van het kwaliteitstoezicht in de visitaties en het nog op te zetten stelstel van accreditatie op te doen nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Brood

Lambrechts

Hamer

Eurlings

Van der Vlies

Naar boven